Mensen, Dieren en Planten

    Hoe verschillen mensen van dieren en planten?

    Corné van Nijhuis

    Laatst vroeg ik mijn dochter wat voor haar een ‘grote vraag’ was als je nadenkt over het mysterie van het bestaan. Zij gaf toen aan dat zij zich wel eens afvroeg in hoeverre mensen, dieren en planten op metafysisch vlak overeenkomsten hebben en of zij in verbinding met elkaar staan. Een hele mooie maar natuurlijk tegelijk ook een zeer veelomvattende vraag. Ik deze bijdrage zal ik mijn visie geven op dit vraagstuk. Daartoe zal ik de vraag eerst herformuleren in drie delen en die vervolgens ieder beantwoorden:

    • wat is leven?
    • hoe verschillen diverse manifestaties van leven – mensen, dieren en planten – van elkaar?
    • staan deze manifestaties met elkaar in verbinding?

    Als ik naar een vraagstuk als dit – het bestaan- kijk dan kan ik dit vanuit twee perspectieven beantwoorden. De eerste is die vanuit de absolute realiteit – de non-duale werkelijkheid – en de tweede is die vanuit de relatieve realiteit – de fysieke en geestelijke wereld waarin wij leven. In deze beschouwing beperk ik mij tot de relatieve realiteit: onze dagelijkse wereld. 

    Wat is leven?

    Vanuit fysisch/biologisch perspectief kan je leven zien als het kenmerkende verschil dat een organisme onderscheid van niet-levende dingen. Dit uit zich met name in het vermogen om zichzelf te reguleren, om op externe stimuli te reageren, om zich aan te passen aan de omgeving, om te groeien en om zich te reproduceren. Daarin lijken organismen (in eerste indruk) ieder op zichzelf staand te zijn. Elk zijn eigen plek in de veelheid van bestaansvormen.

    The brain is like a projector, 

    the mind (thoughts) is like a projection 

    and the underlying consciousness is the screen. 

    Als we echter vanuit een meer metafysisch (psychisch) perspectief kijken, dan omvat het menselijk en dierlijk leven zaken als mentale processen en emoties (op planten ga ik verderop in). Echter als we daar goed naar kijken zijn dit beide – gedachten en emoties – ‘objecten’ in het bewustzijn (beter gezegd zijn het vibraties in en van het bewustzijn). Vanuit metafysisch perspectief is het bewustzijn dus fundamenteel (onderliggend) en zijn mentale processen en emoties verschijnselen in het bewustzijn. Anders gezegd, in metafysisch opzicht is het menselijk en dierlijk leven ‘het beschouwende bewustzijn’. Met onze mentale vermogens (denken en aanvoelen) hebben wij (vanaf onze geboorte) en in mindere mate dieren, daarin een persoonlijkheid of individualiteit gecreëerd (een ego). Dit is echter een denkconstruct. Wij, als ‘wezen’, zijn niet het gecreëerde denkconstruct (het ego). Wij als wezen zijn het onderliggende bewustzijn dat, verblijvend in een lichaam met geestelijke vermogens (hersenen) een individualiteit en persoonlijkheid (ego) heeft gecreëerd. 

    Het denkvermogen is de ononderbroken stroom van gedachten

    die een construct heeft gemaakt wat we het ego noemen

    waardoor we in een illusie van afgescheidenheid leven.

    Hoe verschillen mensen, dieren en planten van elkaar?

    Als we de vele levensvormen vanuit biologisch perspectief bezien, zien we een schier oneindige variëteit van verschijningsvormen. Uitwendig lijken zeker de drie hoofdvormen – mens, dier en plant – overduidelijk wezenlijk van elkaar te verschillen. Dus hier ligt de reden voor het stellen van de oorspronkelijke vragen in deze bijdrage dan ook niet. 

    Interessanter is het beeld vanuit metafysisch perspectief. Als het leven in dat opzicht in essentie gezien kan worden als ‘bewustzijn’, dan is dus eigenlijk de vraag: hoe verschilt het bewustzijn van mensen, dieren en planten? Hierboven heb ik aangegeven dat wij als mens, in fundamenteel zin het onderliggende bewustzijn zijn dat, verblijvend in een lichaam, met onze geestelijke vermogens (hersenen), een individualiteit en persoonlijkheid (ego) heeft gecreëerd. Dit idee geldt vergelijkbaar voor een dier, zei het dat een dier minder ontwikkelde geestelijke vermogens heeft, waardoor deze slechts tot op zekere hoogte een individualiteit ervaart en geen persoonlijkheid kent (en dus ook geen zelfbewustzijn). Voor planten geldt een verdergaand verschil, namelijk dat deze geen denkvermogen hebben, waardoor deze niet in staat zijn een denkconstruct te maken en kennen deze dus geen individualiteit nog een persoonlijkheid. Bovenstaand had ik aangegeven terug te komen op de vermogens van planten. Ze mogen dan namelijk geen denkvermogen hebben, het verschijnsel van emoties of kunnen ‘aanvoelen’ is iets wat wel degelijk aan de orde is bij planten. Zo zijn er vele voorbeelden hoe planten andere planten beschermen of ondersteunen, bijvoorbeeld in geval van waterstress of andersoortige bedreigingen vanuit de gezamenlijke omgeving. Zo kan een plant stresshormonen aanmaken en via de lucht verspreiden als een rups aan een blad zit te knagen. Andere planten kunnen die opvangen en biochemische stofjes gaan aanmaken, zodat het blad minder aantrekkelijk wordt voor zo’n rups. Hoewel planten dus geen hersenen hebben en derhalve geen denkvermogen, is er wel sprake van informatie-overdracht dat vergelijkbaar is als en vermogen wat wij bij mensen zouden kunnen duiden als ‘aanvoelen’. Een duidelijk metafysisch fenomeen.

    Staan mensen, dieren en planten met elkaar in verbinding?

    Hiervoor heb ik aangegeven bij “Wat is leven?” dat vanuit biologisch perspectief organismen, in fysiologische zin, in eerste indruk op zichzelf staan. Het blijft echter wat mij betreft de vraag: hoe autonoom is die op zichzelf staande fysiologische positie eigenlijk? Want zonder bomen/planten is er geen zuurstof en zonder zuurstof zijn er geen mensen noch dieren. Dit geld voor vele zaken, neem bijvoorbeeld water, voedsel, enzovoorts. Dus ook biologisch is het nog maar de vraag of ultiem niet toch alle leven met elkaar verbonden is, of wel dat al het leven toch één is. 

    The Ego is a veil between humans and God 

    (Rumi)

    Vanuit metafysisch perspectief bestaat er in mijn visie zeker een verbinding. Nog sterker, er is in mijn visie op de sprake van eenheid. Zoals gezegd beschouw ik (vanuit het perspectief van de relatieve werkelijkheid) ‘het beschouwende bewustzijn’ als de de essentie ‘het leven’. Daarbij geldt dat het oorspronkelijke universele beschouwende bewustzijn zich in ieder levend organisme manifesteert. Echter door de verbinding daarvan met de fysiologische verschijning (organisme) wordt het beschouwend vermogen in meer of mindere mate beperkt. Deze beperking brengt enerzijds een illusoire fragmentatie (in mensen en dieren een individualisering en bij de mens tevens een personificatie) met zich mee. Er ontstaat een schijnbare afzondering van het bewustzijn in het organisme van het universele bewustzijn. Deze afzondering is imaginair. Daarmee is er dus niet sprake van het ‘in verbinding staan’, maar geldt dat er in werkelijkheid slechts één universeel bewustzijn bestaat, dat aanwezig is in alle wezens, maar onder de illusie van afgescheidenheid. 

    Ik hoop dat ik met het bovenstaande je heb mogen inspireren om jouw visie hierop nog eens te beseffen.

    ________________________________

    Dhr Corne van Nijhuis is een geleerde en heeft zijn tijd gewijd aan de studie en beoefening van Vedanta. Hij levert regelmatig bijdragen aan dit tijdschrift.