Column

    [Scroll down for the English Version]

    Natuurwetenschap en Atheïsme

    Kees Boukema

         In de vorige eeuw raakten steeds meer mensen er van overtuigd, dat dankzij de inzichten die de natuurwetenschap ons biedt, het geloof in een God, als Schepper van het Universum, vanzelf zou verdwijnen, Dat zou het einde kunnen betekenen van bestaande godsdiensten. Religie zou ondergebracht kunnen worden bij de afdeling mythen, sprookjes en folklore. Godsdiensttwisten en ook het daarmee gepaard gaande geweld zou dan tot het verleden gaan behoren.

         We weten nu dat het anders is gelopen. Religie is nog springlevend en vrijwel dagelijks in het nieuws; meestal in negatieve zin. Sommige gelovigen weten de liefde voor hun God nu eenmaal niet anders te uiten, dan door de ‘ongelovigen’ te haten. Een aantal wetenschappers van naam en faam voelden zich genoodzaakt om religie en het geloof in een God te bestrijden. Een verslag van hun gedachtewisseling over dit onderwerp is gepubliceerd onder de titel “The Four Horsemen: The Discussion That Sparked an Atheïst Revolution” Onlangs verscheen een Nederlandse vertaling van dit boek. 

         De Amerikaanse filosoof en neuro-wetenschapper Sam Harris, auteur van een Letter to a Christian nation, wijst er op dat religieuze dogma’s vooral voedsel geven aan irrationele angsten. Ze vergiftigen de geest en zetten aan tot geweld. De helft van de Amerikaanse bevolking gelooft bijvoorbeeld dat een mens reeds vanaf zijn conceptie een ziel heeft. Zij beschouwen daarom iedere abortus als een misdaad; ook als het gaat om een tiener die zwanger is als gevolg van verkrachting. Diezelfde gelovigen zijn er van overtuigd, dat de wereld niet 13 miljard, maar slechts 6 duizend jaar oud is en dat de op handen zijnde dramatische klimaatverandering niet het gevolg is van milieuvervuiling, maar een aankondiging dat het einde der tijden nabij is. Milieumaatregelen zijn dus helemaal niet nodig. Harris laat zien, dat landen waar godsdienst het publieke leven beheerst hoog scoren op armoede en criminaliteit, terwijl landen waar de georganiseerde godsdiensten geen rol van betekenis meer spelen hoog scoren op welvaart en laag op criminaliteit.

         De meest spraakmakende evolutie-bioloog van tegenwoordig, Richard Dawkins, publiceerde het boek “The God Delusion”. Daarin houdt hij ons voor, dat voor de meeste zogenaamde ‘geloofswaarheden’ elk wetenschappelijk bewijs ontbreekt. De enige christelijke apostel die volgens Dawkins ons respect verdient is de ‘ongelovige’ Thomas, want toen hem werd verteld dat Jezus was opgestaan uit de dood verlangde hij eerst empirisch bewijs. Dawkins richt zijn pijlen vooral op de monotheïstische religies, maar ook van een geloof in een ‘God als Energie’ wil hij niets weten. Hij citeert met instemming  de fysicus en Nobel-prijswinnaar Steven Weinberg:”If you want to say that ‘God is energy’, then you can find God in a lump of coal.”

         Dit citaat doet denken aan een incident uit het leven van Narendra Datta, de latere Swami Vivekananda. Op een dag bracht hij samen met een vriend een bezoek aan Sri Ramakrishna in Dakshineswar. Zij spraken met elkaar over het ‘non-dualisme’ van Sri Ramakrishna. Narendra zei: “Niets is absurder dan te beweren: deze kruik is God, deze beker is God en wij zijn ook God” Beiden barstten in lachen uit. Toen Ramakrishna hoorde wat de reden van hun vrolijkheid was, raakte hij Narendra even aan. Op datzelfde moment verruimde diens bewustzijn. Hij zag de mensen, planten, dingen, alles om hem heen doordrenkt van bewustzijn. De alledaagse werkelijkheid, kwam hem nu voor als een droom. Het was een visioen waarin hij nog dagen lang zou verblijven. [Swami Nikhilananda, Vivekananda, A Biography, p. 18.]

         Dawkins onderschrijft in het eerste hoofdstuk van zijn boek wel – en naar zijn zeggen, veel andere wetenschappers – wat genoemd wordt, de “Einsteinian religion”: een houding van eerbied voor het universum en het leven. Albert Einstein [1879 – 1955] eveneens Nobelprijswinnaar en grondlegger van de relativteitstheorie, stelde dat achter de ons bekende werkelijkheid, iets is waar we met ons verstand niet bij kunnen en waarvan wij de schoonheid en grootsheid slechts indirect gewaarworden. “Als dat religie is, dan ben ik een religieus mens”, verklaarde Dawkins in een interview in The Times van 10 mei 2007.

         Einstein geloofde beslist niet in een persoonlijke God. Hij deelde in dit opzicht de opvatting van de 17e eeuwse, Nederlandse filosoof Baruch de Spinoza: “I believe in Spinoza’s God who reveals himself in the lawful harmony of all that exists, but not in a God who concerns himself with the fate and the doings of mankind.” Zo schreef Spinoza bijvoorbeeld op 1 december 1675 in een brief aan de Engelse natuurkundige Henry Oldenburg: “Mijn stelling is namelijk dat God de immanente, zoals men zegt, en niet de voorbijgaande oorzaak van alle dingen is. ‘Alle dingen zijn in God en bewegen zich in God’, zo verklaar ik met Paulus en wellicht ook met alle antieke filosofen, zij het dan misschien op een andere wijze.” Spinoza citeerde hier uit het Nieuwe Testament, Handelingen der Apostelen, 17 : 28. 

         Anders dan die van het Oude Testament, bezat de God van Spinoza geen uitvergrote menselijke eigenschappen zoals: toorn, naijver en wraakzucht. Volgens de autoriteiten van die tijd betekende dat, dat Spinoza als atheïst beschouwd moest worden. Door de Joodse gemeenschap werd de banvloek over hem uitgesproken. Zijn boeken werden door de burgerlijke overheid verboden verklaard.

         Ramakrishna dacht daar anders over. Op 15 juni 1884 bracht hij een bezoek aan een religieus festival in Kankurgachi, een dorp bij Calcutta. Er werd muziek gemaakt, gedanst en er werden liederen gezongen over de liefde tussen Krishna en Radha. Na de muziek raakte Ramakrishna in gesprek met Pratap Chandar Mazumdar, een van de leiders van de Brahmo Samaj. Pratap was net teruggekeerd van een reis naar Amerika en Engeland. Ramakrishna vroeg hem naar zijn ervaringen daar.

    Pratap: “In het Westen vereren de mensen het geld, maar er zijn natuurlijk ook goede mensen, die niet gehecht zijn aan wereldse zaken.”

    Ramakrishna: “Overal in de wereld vind je mensen die zich bezig houden met wereldse zaken. Voor hen gaat het er om dat ze werken in de wereld zonder zich eraan te hechten. Dat is de weg van Karma Yoga. Maar makkelijk is het niet. ”

    Even later opperde een van de aanwezigen: “De geleerden in het Westen accepteren zelfs het bestaan van God niet.”

    Pratap reageerde direct: “Wat ze ook beweren, volgens mij is geen van hen in zijn hart echt een atheïst. Velen geven toe dat er achter alle dingen van het universum een machtig Opperwezen is.”

    Ramakrishna:” Dat is voldoende. Als zij geloven in Shakti waarom zou je hen dan atheïst noemen?”

    [‘The Gospel of Sri Ramakrishna’, p. 452 en 457]

    In Dakshineswar [India] wordt Shakti al eeuwen vereerd in de tempel die gewijd is aan de zwarte Moedergodin Kali.

     

    ENGLISH VERSION

    Natural science and Atheism

    Kees Boukema

    In the last century, more and more people became convinced that thanks to the insights that natural science offers us, belief in a God as Creator of the Universe would disappear by itself. That could mean the end of existing religions. Religion could be brought under the myths, fairy tales and folklore department. Religion disputes and the associated violence would then become a thing of the past.

    We now know that things went differently. Religion is still alive and well in the news almost daily; usually in a negative sense. Some believers know how to express their love for their God in no other way than by hating the “unbelievers.” A number of well-known scientists felt compelled to fight religion and the belief in a God. A report of their exchange of views on this subject has been published under the title “The Four Horsemen: The Discussion That Sparked an Atheist Revolution.” A Dutch translation of this book recently appeared.

    The American philosopher and neuro-scientist Sam Harris, author of a Letter to a Christian nation, points out that religious dogmas mainly feed on irrational fears. They poison the mind and incite violence. For example, half the American population believes that a person has a soul from conception. They therefore regard every abortion as a crime; also when it comes to a teenager who is pregnant as a result of rape. The same believers are convinced that the world is not 13 billion, but only 6 thousand years old and that the imminent dramatic climate change is not the result of environmental pollution, but an announcement that the end of time is near. Environmental measures are therefore not necessary at all. Harris shows that countries where religion controls public life score high on poverty and crime, while countries where organized religions no longer play a significant role score high on prosperity and low on crime.

    Richard Dawkins, the most talked about evolution biologist of today, published the book “The God Delusion”. In it he tells us that for most so-called “truths of faith” there is no scientific evidence. The only Christian apostle who, according to Dawkins, deserves our respect is the “unbeliever” Thomas, because when he was told that Jesus had risen from the dead, he first demanded empirical evidence. Dawkins focuses primarily on monotheistic religions, but he also wants to know nothing about a belief in a “God as Energy.” He agrees with quoting the physicist and Nobel prize winner Steven Weinberg: “If you want to say that ‘God is energy’, then you can find God in a lump of coal.”

    This quote is reminiscent of an incident from the life of Narendra Datta, the later Swami Vivekananda. One day he and a friend visited Sri Ramakrishna in Dakshineswar. They spoke to each other about the “non-dualism” of Sri Ramakrishna. Narendra said: “Nothing is more absurd than to say: this jug is God, this cup is God and we are also God.” Both burst out laughing. When Ramakrishna heard the reason for their cheerfulness, he touched Narendra for a moment. At the same time his consciousness broadened. He saw the people, plants, things, everything around him imbued with consciousness. Everyday reality now seemed like a dream to him. It was a vision in which he would stay for days. [Swami Nikhilananda, Vivekananda, A Biography, p. 18.]

    In the first chapter of his book, Dawkins does endorse – and say, many other scientists – what is called the “Einsteinian religion”: an attitude of respect for the universe and life. Albert Einstein [1879 – 1955] also Nobel Prize winner and founder of the theory of relativity, stated that behind the reality we know, there is something we cannot understand with our minds and whose beauty and greatness we only indirectly perceive. “If that’s religion, then I’m a religious person,” Dawkins said in an interview in The Times on May 10, 2007.

    Einstein certainly did not believe in a personal God. In this respect he shared the opinion of the 17th century Dutch philosopher Baruch de Spinoza: “I believe in Spinoza’s God who reveals himself in the lawful harmony of all that exists, but not in a God who concerns himself with the fate and the doings or mankind. “For example, in a letter to English physicist Henry Oldenburg on December 1, 1675, Spinoza wrote:” My statement is that God is the immanent, as they say, and not the passing cause of all things. “All things are in God and move in God,” I declare with Paul and perhaps also with all ancient philosophers, albeit perhaps in a different way. Spinoza quoted here from the New Testament, Acts of the Apostles, 17: 28.

    Unlike the Old Testament, the God of Spinoza did not have any magnified human qualities such as: wrath, envy, and revenge. According to the authorities of that time, that meant that Spinoza had to be considered an atheist. The curse was pronounced over him by the Jewish community. His books were declared banned by the civil authorities.

    Ramakrishna thought differently. On June 15, 1884, he visited a religious festival in Kankurgachi, a village near Calcutta. Music was made, danced and songs were sung about the love between Krishna and Radha. After the music, Ramakrishna got into conversation with Pratap Chandar Mazumdar, one of the leaders of the Brahmo Samaj. Pratap had just returned from a trip to America and England. Ramakrishna asked him about his experiences there.

    Pratap: “In the West people worship the money, but there are of course good people who are not attached to worldly affairs.”

    Ramakrishna: “Everywhere in the world you find people who deal with worldly matters. For them it is about working in the world without being attached to it. That is the way of Karma Yoga. But it’s not easy. ”

    A moment later one of those present suggested: “The scholars in the West do not even accept the existence of God.”

    Pratap responded immediately: “Whatever they say, I don’t think any of them is really an atheist in his heart. Many admit that behind all things in the universe there is a powerful Supreme Being. ”


     

     

     

     

     

    Dhr Kees Boukema

    Kees Boukema is sinds decennia student van Vedanta en andere filosofische systemen. Hij heeft divers bijgedragen aan het veld van hoger denken. Hij heeft belangrijke artikelen en boeken geschreven en vertaald. Dhr Kees Boukema is de bijdragende redacteur van deze pagina.

     

     

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *