Beste lezers,
Elke maand komt er een stuk uit het boek: ‘RAMAKRISHNA AS WE SAW HIM
van Advaita Ashrama publicatieafdeling 5 Dehi Entally Road – Kolkata 700014
Vertaald en met een biografische inleiding door Swami Chetanananda
Mary Saaleman
HOE ZAG DE MEESTER ERUIT?
Zijn gelaatskleur was als de kleur goud —gelijk harital ( een geel als piment ) . Het vermengde zich met de harital onmerkbaar in elkaar overgaand met de gouden amulet die hij om zijn arm droeg. Wanneer ik hem inwreef met olie, kon ik duidelijk een schittering uit zijn gehele lichaam zien komen.
Mensen keken in verwondering met verbazing naar zijn gang wanneer hij met langzame standvastige stappen naar de Ganges liep om te baden.
En wanneer hij uit zijn kamer kwam om naar de tempel te gaan, stonden mensen in een tij en zeiden tegen elkaar, “Ah daar gaat hij!” Dat gebeurde ook in Kamarpukur.
Mannen en vrouwen keken met open monden naar hem wanneer hij zijn huis verliet.
Op een dag ging hij uit om te wandelen in de richting van het kanaal bekend als Bhutir, Khal. De vrouw die er naar toe was gegaan om water te halen staarde naar hem en zei, “Daar gaat de Meester!” De Meester werd door dit gehinderd en zei tegen Hriday, “Nu Hriday, doe alsjeblieft onmiddellijk een sluier over mijn hoofd.”
De Meester was redelijk dapper. Mathur Babu had hem een lage stoel gegeven om op te zitten. Hij was nogal breed, maar het was nog net niet groot genoeg om hem comfortabel te dragen, wanneer hij er met gekruiste benen op zat om zijn maaltijden te eten.
Ik zag de Meester nooit somber of verdrietig. Hij was vreugdevol in het gezelschap van iedereen, was het een jongen van vijf of een oude man. Ik zag hem nooit chagrijnig mijn kind. Aah , wat een gelukkige dagen waren dat.
In Kamarpukur stond hij s’ morgens vroeg op en vertelde me , “Vandaag zal ik dit speciale gerecht eten. Alsjeblieft kook het voor me. “ Met andere vrouwen uit de familie regelde ik zijn maal overeenkomstig. Na een paar dagen zei hij: “Wat is er et me aan de hand? Direct na het wakker worden zeg ik: ‘Wat zal ik eten? Wat zal ik eten? ‘ Toen zei hij tegen mij: “Ik heb geen verlangen voor enig speciaal eten. Ik zal eten wat je ook maar kookt voor mij .
Wordt vervolgd.
Uit het boek DE MEESTER ZOALS WIJ HEM ZAGEN
English Version
How did the master look like?
His complexion was like the color gold — like harital (a yellow like allspice). It blended noticeably into the harital, merging into the golden amulet he wore around his arm. When I rubbed it with oil, I could clearly see a sparkle coming from his entire body.
People watched his walk in surprise when he walked to the Ganges with slow steadfast steps to bathe.
And when he came out of his room to go to the temple, people stood in a tide and said to each other, “Ah there he goes!” That also happened in Kamarpukur.
Men and women looked at him with open mouths when he left his house.
One day he went out to walk toward the channel known as Bhutir, Khal. The woman who had gone to fetch water stared at him and said, “There goes the Master!” The Master was bothered by this and said to Hriday, “Now Hriday, please immediately put a veil on my head.”
The Master was fairly brave. Mathur Babu had given him a low chair to sit on. He was quite wide, but it was just not big enough to wear him comfortably when he sat cross-legged to eat his meals.
I never saw the Master gloomy or sad. He was joyful in the company of everyone, was it a boy of five or an old man. I never saw him cranky my child. Aah, what happy days those were.
In Kamarpukur he got up early in the morning and told me, “Today I will eat this special dish. Please cook it for me. “I arranged his meals accordingly with other women in the family. After a few days he said: “What’s wrong with me? Immediately after waking up I say: “What shall I eat? What shall i eat? “Then he said to me:” I have no desire for any special food. I’ll eat whatever you cook for me.
Mary Saaleman
is de bijdragende redacteur van deze pagina
Elke maand brengt ze de nectar van het glorieuze leven van Sri Ramakrishna.
Ramakrishna zoals we Hem is een geweldig boek,