Mānas-8

    Râmacharita-mânas

    of

    Gosvâmi Tulasidas

    If there is any book which has inspired millions of common people to lead religious and spiritual lives, it is the Râmacharitamânas of Tulsidas. We bring some gems from this great work every month in English and Dutch.

        Rāmacharitmānas [Mānas] is een hervertelling van het Sanskriet-epos, Rāmayana. Rāmayana werd ongeveer 7000 jaar geleden geschreven. Het vertelt het glorieuze leven van Sri Rama en Moeder Sita.  Gosvami Tulsidas (1532 – 1623) was een dichter, een verlichte ziel en een visionair. Tulsidas leidde aanvankelijk een ander leven. Zijn intense gehechtheid aan zijn familie werd echter getransformeerd in een intense gehechtheid aan Sri Rama. Tulsidas was een personificatie van liefde voor Sri Rama. Ramcharitmanas is het meest populaire geschrijft over Rama’s leven in taal Hindi.  

    Shri Râmcharitmânas

    THE GLORY OF THE NAME OF GOD

    from Bâlakânda

    Dohâ

    girâ aratha jala bîchi sama kahiata bhinna na bhinna

    bandau sîtâ râma pada jinhahi parama priya khinna //18//

    As a word and its meaning, and as water and its waves appear different, but are in reality the same and inseparable, the difference is only in the names. I bow to the feet of Sîtâ and Râma, to whom afflicted and suffering people are very dear.

    Zoals een woord en zijn betekenis en water en golven verschillend lijken, maar in werkelijkheid hetzelfde en onafscheidelijk zijn, is het verschil slechts in de namen. Ik buig voor de voeten van Sita en Rama, voor wie gekwelde mensen heel dierbaar is.

    bandaun nâm râm raghubar ko, hetu krsânu bhânu himakar ko

    vidhi hari haramay veda prân so agun anūpam gun nidhân so   1

    mahâmantra joi japat mahesu kâsim mukuti hetu upadesu

    mahimâ jâsu jân gunrau, prathama pujiata nâma prabhâvu  2

    jân âdikabi nâm pratâpu. bhayau suddh kari ulatâ jâpu

    sahasa nâma sama suni siva bânî japi jeî piya sanga bhavâni  3

    harashe hetu heri hara hî ko, kiya bhushana tiya bhushana tî ko

    nâm prabhâvu jâna siva nîko, kâlakuta phalu dinha amî ko  4

    I salute the name “Râma” of the Lord of the Raghus. This holy name is composed of the seed letters [Ra, a and ma respectively]. These three letters are represented by Agni, Surya and Chandra. This is the same as Brahmâ, Vishnu and Shiva and the vital breath of the Vedas. This glorious name is without attributes, unparalleled and any of my virtues. His Name is the great incantation that Lord Mahesha murmurs and which, whispered in Kashi, led to and leads to salvation. His glory is known to Sri Ganesha, who is worshiped before all others as a concession to the name. The greatest poet Vâlmiki knew of the glory of the Name of Sri Rama, as he acquired purity by repeating it backwards. When She heard from the Lord Shiva that the Name was just as good as a thousand other names of God, Goddess Bhavâni [Pârvati] dined with Her consort, having spoken Him only once. When Hara [Shiva] saw such a favorable disposition towards the Name in Her, He made the Mother, who was the ornament of women, the ornament of Himself. Shiva knew the power of the Name very well, because it transformed the deadly poison which he drank into nectar.

    Ik begroet de naam “Râma” van de Heer van de Raghu’s, die samengesteld is uit zaadletters [namelijk Ra a en ma respectievelijk], vertegenwoordigd door de vuurgod, de zonnegod en de maangod. Hij is hetzelfde als Brahmâ, Vishnu en Shiva en de vitale adem van de Veda’s. Hij is zonder attributen, ongeevenaard en een mijn van deugden. Zijn Naam is de grote bezwering die de Heer Mahesha prevelt en die, toegefluisterd in Kashi, leidde en leidt tot verlossing. Zijn glorie is bekend bij Sri Ganesha, die voor alle anderen wordt aanbeden als een concessie aan de naam. De groetste dichter Vâlmiki was op de hoogte van de glorie van de Naam, aangezien hij reinheid verwierf door hem achterstevoren te herhalen. Toen Zij van de Heer Shiva had gehoord dat de Naam net zo goed was als duizend andere namen van God, dineerde Godin Bhavâni [Pârvati] met Her gemaal, nadat Zij Hem slechts een keer had uitgesproken. Toen Hara [Shiva] zulk een gunstig gezindheid voor de Naam bij Haar zag, maakte Hij de Vrouwe, die het ornament was van vrouwen, tot het ornament van Zichzelf. Shiva kende de kracht vand e Naam heel goed, want daardoor werd het geserveerde dodelijk gif voor Hem nectar.

    Jai Sri Ram!!

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *