Divinity Within

     

    ‘The Kingdom of God’

    Kees Boukema

     

    In his book “The Godless Gospel” [Granta, London, 2020.], British philosopher Julian Baggini examines whether the teachings of Jesus contain moral insights that could also be valuable to a secular society. To this end, he deleted all supernatural passages from the Gospels; such as: resurrection and resurrection from the dead, miraculous healings and purported fulfillment of ancient prophecies.

    He maintained one religious concept: the ‘Kingdom of Heaven’ or ‘Kingdom of God’, but he understood this concept not as referring to a transcendent universe, but as a human ‘state of consciousness’. Jesus, according to Baggini, was about transformation of the personality. The Kingdom of Heaven is, in his opinion, a ‘way of being’, not an unearthly kingdom.

    In the Gospels, that term does refer to a time to come, or to an unearthly universe. For example, in John the Baptist’s call: “Repent; for the Kingdom of Heaven is at hand! ”, the warning of Jesus:“ It is difficult for a rich man to enter the Kingdom of Heaven. ” and the promise: “Blessed are the poor in spirit, for theirs is the kingdom of heaven” [resp. Mark 1:15, Matthew 19:23 and 5: 3.]

    In the Gospel of Luke there is one passage that explicitly supports the meaning that Baggini gives to it. When asked when the Kingdom of God will come, Jesus answers: “The Kingdom of God does not come with an outward face. It will not be said ‘See here or see there’, for, behold, the kingdom of God is within you. ”. Statements such as: “The kingdom of God is like a mustard seed that grows into a bush” and “the kingdom of God is like leaven, which is mixed with flour until it is completely leavened.” [resp. Luke 17:21 and 13:19 et seq.].

    In 1945 the so-called ‘Nag Hammadi Writings’ were discovered. Below that was also a Gospel of Thomas. This gospel contains a statement by Jesus to the same effect: “If they say ‘the kingdom is in heaven’ then the birds will be ahead of you. If they say ‘it is in the sea’ then the fish will get ahead of you. But the Kingdom is within you and without you. ” (statement 3). Remarkable in this regard is statement 113: “His disciples said to him, ‘When will the kingdom come?’ Jesus said, “It is not by expecting it; they will not say, See here or see there. But the Father’s kingdom is spread out over the earth and people do not see it ”.”

    The deliverers of the Dutch text (Jacob Slavenburg and Willem Glaudemans) are firmly on this point: “In the Gospel of Thomas, the Kingdom has the meaning of full consciousness.” According to them, a textual analysis of the various “Kingdom” statements shows quite clearly that the view expressed in the Gospel of Thomas is the original one.

    Even clearer than the Gospel of Thomas are the “Upanishads” [written three centuries before Christ]. For example, in the Isha Upanishad, of the “Self” it is said: “The Self moves and does not move. It is far and near. It is in everything and outside of everything. He who sees all that exists within his own Self and himself in all that is, does not repel anything. ”

    These insights about the ultimate reality (Kingdom of God) are not the result of verifiable, sensory perception and logic. They are based on the subjective experiences of an expanded consciousness, for which there are no words. If a teacher wants to say anything about such experiences, he must make use of parables and paradoxes. He can show his pupil the way to make those insights his own. A textbook example is the dialogue between the sage Ashtavakra and his disciple Janaka, described in the “Ashtavakra Samhita”.

    In his preface to the English edition of this book, Swami Nityaswarupananda writes that Sri Ramakrishna had a copy of this book in his room and once asked Swami Vivekananda to read it to him. After a few verses the swami refused to proceed, saying it was a sin to say that a man was God. Ramakrishna replied that he had not asked him to accept these teachings, but to read them. It was Vivekananda’s first introduction to a religion which he would later declare would in the future become the religion of mankind: Advaita Vedanta (C.W. II, p. 185-188).

      ‘Het Koninkrijk Gods’

    Kees Boukema

         In zijn boek “The Godless Gospel” [Granta, London, 2020.] onderzoekt de Britse filosoof Julian Baggini of de leer van Jezus morele inzichten bevat die ook voor een seculiere samenleving waardevol zouden kunnen zijn. Hij schrapte daartoe alle bovennatuurlijke passages uit de evangeliën; zoals: opwekking en opstanding uit de dood, wonderbaarlijke genezingen en  gepretendeerde vervulling van oude profetieën.

         Eén religieus begrip handhaafde hij: het ‘Koninkrijk der Hemelen’ of ‘Koninkrijk Gods”, maar hij vat dit begrip niet op als een verwijzing naar een transcendent universum, maar als een menselijke ‘bewustzijnstoestand’. Het ging Jezus, volgens Baggini, om transformatie van de persoonlijkheid. Het Koninkrijk der Hemelen is, zijns inziens, een ‘manier van zijn’, niet een bovenaards rijk. 

         In de evangeliën verwijst die term wél naar een tijd die komen zal, of naar een bovenaards universum. Bijvoorbeeld in de oproep van Johannes de Doper: “Bekeert u; want het Koninkrijk der Hemelen is nabij gekomen!”, de waarschuwing van Jezus:“Een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der Hemelen binnen gaan.” en de belofte:“Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen” [resp. Marcus 1:15, Matteüs 19:23 en 5:3.]

         In het evangelie van Lucas staat één passage die expliciet steun biedt aan de betekenis die Baggini er aan geeft. Op de vraag, wanneer het Koninkrijk Gods komen zal, antwoordt Jezus: ”Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. Men zal niet zeggen ‘Ziet hier of ziet daar’, want ziet het Koninkrijk Gods is binnen ulieden.”. Daarbij passen ook uitspraken als: ‘Het Koninkrijk Gods is als een mosterdzaadje dat uitgroeit tot een struik’ en ‘ Het Koninkrijk Gods is als zuurdesem, dat wordt vermengd met meel totdat het geheel doordesemd is.’ [resp. Lucas 17:21 en 13:19 e.v.].

         In 1945 werden de zogenaamde ‘Nag Hammadi Geschriften’ ontdekt. Daaronder was ook een evangelie van Thomas. Dit evangelie bevat een uitspraak van Jezus met dezelfde strekking: “Als zij zeggen ‘het Koninkrijk is in de hemel’ dan zullen de vogels jullie voor zijn. Als zij zeggen ‘het is in de zee’ dan zullen de vissen jullie voor zijn. Maar het Koninkrijk is binnenin jullie en buiten jullie.” (uitspraak 3). Opmerkelijk is in dit verband uitspraak 113: “Zijn leerlingen zeiden tegen hem ‘Wanneer zal het Koninkrijk komen?’ Jezus zei ‘Het komt niet door het te verwachten; zij zullen niet zeggen: Zie hier of zie daar. Maar het Koninkrijk van de Vader is uitgespreid over de aarde en de mensen zien het niet’.” 

         De bezorgers van de Nederlands tekst (Jacob Slavenburg en Willem Glaudemans) zijn stellig op dit punt: ‘Het Koninkrijk heeft in het evangelie van Thomas de betekenis van volledig bewustzijn.’ Volgens hen toont een tekstanalyse van de diverse ‘Koninkrijk’-uitspraken vrij duidelijk aan, dat de opvatting zoals die in het Thomas-evangelie tot uitdrukking komt, de oorspronkelijke is.

         Nog duidelijker dan het Thomas-evangelie zijn de ‘Upanishaden’ [drie eeuwen vóór Christus op schrift gesteld]. In de Isha Upanishad bijvoorbeeld, wordt over het “Zelf” gezegd: “Het Zelf beweegt en beweegt niet. Het is ver en vlakbij. Het is in alles en ook buiten alles. Wie al het bestaande ziet binnen het eigen Zelf en zichzelf in al wat is, weert niets af.”

         Deze inzichten omtrent de uiteindelijke werkelijkheid ( Koninkrijk Gods) zijn niet het resultaat van verifieerbare, zintuiglijke waarneming en logica. Ze berusten op de subjectieve ervaringen van een verruimd bewustzijn, waarvoor geen woorden bestaan. Als een leraar over dergelijke ervaringen iets wil zeggen, moet hij gebruik maken van gelijkenissen en paradoxen.. Hij kan zijn leerling wel de weg wijzen om zich die inzichten zelf eigen te maken. Een schoolvoorbeeld is de dialoog tussen de wijze Ashtavakra en zijn discipel Janaka, beschreven in de “Ashtavakra Samhita”. 

          In zijn voorwoord bij de Engelse uitgave van dit boek schrijft Swami Nityaswarupananda, dat Sri Ramakrishna een exemplaar van dit boek in zijn kamer had en eens aan Swami Vivekananda vroeg om hem daaruit voor te lezen. Na enkele verzen weigerde de swami verder te gaan en zei, dat het een zonde was om te zeggen dat een mens God was. Ramakrishna antwoordde, dat hij niet aan hem had gevraagd om deze leerstellingen te aanvaarden, maar om ze voor te lezen. Het was de eerste kennismaking van Vivekananda met een religie waarvan hij later zou verklaren, dat het in de toekomst de religie van de mensheid zou worden: Advaita Vedanta (C.W. II, p. 185-188).


    ABOUT THE AUTHOR

    Kees Boukema has been a student of Vedanta and other philosophical systems for decades. He has contributed variously to the field of higher thinking. He has written numerous articles on philosophical subjects, reviewed books, and has translated important articles and books. Mr Kees Boukema’s most recent work is the translation into Dutch of the book The Practice of Meditation.

    Kees Boukema is sinds decennia student van Vedanta en andere filosofische systemen. Hij heeft divers bijgedragen aan het veld van hoger denken. Hij heeft belangrijke artikelen en boeken geschreven en vertaald. Het nieuwste boek van Dhr Kees Boukema is, De Beoefening van Meditatie.