Jayrambati Series -19
A Miraculous Incident
It was afternoon. Mother Sri Sarada Devi was sitting with a few devotees. An elderly lady, who had met Sri Ramakrishna, said : “Sri Ramakrishna gave us many instructions. But we have carried out very few of them. Had we followed his advice, we would not have suffered so much in the world. We are attached, and always run after this work or that work.”
Mother Sarada Devi said in reply: “One must do some work. Through work alone can one remove the bondage of work, and not by avoiding work. Total detachment comes later on. One should not be without work even for a moment.”
Mother then spoke about Tej Chandra’s devotion. She said: “What a sincere soul Tej Chandra was! Sri Ramakrishna used to frequent his house.”
Mother also related a very strange and inexplicable incident in Tej Chandra’s life. Someone had deposited 200 rupees, which was a huge amount in those days, with Tej Chandra. One day, Tej Chandra was travelling by Tram car. Someone robbed the amount. Tej Chandra discovered this loss and was devastated. He suffered terrible mental agony. He came to the bank of the River Ganga and sat down there. He prayed with tears in his eyes to Sri Ramakrishna. “O Lord, what have you done with me!” The problem was, he was not rich enough to make up that amount from his own pocket. As he was thus weeping, he saw Sri Ramakrishna appear before him. Sri Ramakrishna said: “Why do you weep so bitterly? The money is there under a brick on the bank of the River Ganga.” Tej Chandra was amazed. He quickly removed the brick, and really found a bundle of bank notes there.
Tej Chandra was saved. He narrated this miraculous incident to Swami Saradananda. Saradananda said: “You are lucky to have the vision of Sri Ramakrishna even now. But we do not see him.”
Het was middag. Moeder Sri Sarada Devi zat met een paar toegewijden. Een oudere dame, die Sri Ramakrishna had ontmoet, zei: “Sri Ramakrishna gaf ons veel instructies. Maar we hebben er maar heel weinig uitgevoerd. Als we zijn advies hadden opgevolgd, zouden we in de wereld niet zoveel hebben geleden. We zijn gehecht en rennen altijd achter dit werk of dat werk aan.”
Moeder Sarada Devi antwoordde: “Iedereen moet wat werk doen. Door alleen te werken kan je de gebondenheid aan het werk verwijderen, en niet door werk te vermijden. Totale onthechting komt later. Niemand mag geen moment zonder werk zitten.”
Moeder sprak toen over Tej Chandra’s toewijding. Ze zei: “Wat een oprechte ziel Tej Chandra was! Sri Ramakrishna bezocht zijn huis vaak.”
Moeder vertelde ook een heel vreemd en onverklaarbaar incident in het leven van Tej Chandra. Iemand had 200 Rupees gestort, wat een enorm bedrag was in die tijd, bij Tej Chandra. Op een dag reisde Tej Chandra met de tram. Iemand heeft het bedrag gestolen. Tej Chandra ontdekte dit verlies en was er kapot van. Hij leed verschrikkelijke mentale pijn. Hij kwam aan de oever van de Rivier Ganges en ging daar zitten. Hij bad met tranen in zijn ogen tot Sri Ramakrishna. “O Heer, wat hebt u met mij gedaan!” Het probleem was dat hij niet rijk genoeg was om dat bedrag uit eigen zak te betalen. Terwijl hij zo huilde, zag hij Sri Ramakrishna voor hem verschijnen. Sri Ramakrishna zei: “Waarom huil je zo bitter? Het geld ligt daar onder een steen aan de oever van de Rivier Ganges.” Tej Chandra was verbaasd. Hij verwijderde snel de steen en vond daar echt een bundel bankbiljetten.
Tej Chandra werd gered. Hij vertelde dit wonderbaarlijke voorval aan Swami Saradananda. Saradananda zei: “Je hebt geluk dat je zelfs nu de visie van Sri Ramakrishna hebt. Maar we zien hem niet.”