Inspiration

    Sri Ramakrishna’s Days in Dakshineswar -3

    [Continued from the Previous issue]

    We noticed that the Master could not listen to the whole Shiva Mahimna Stotram. (Hymn on the greatness of Shiva) After hearing one or two verses he was absorbed in samaddhi. Sometimes he himself would recite the two verses (32 and 41) that begin: “O Lord if the blue mountain be the ink,” and O Lord, I know not the true nature of Your being.” As he repeated the last verse, he burst he cried out in tears and said, “O Lord… who wants to know Your nature? Who Knows Who You Are?
    I don’t want to know or understand You, O Lord! Give me pure devotion to Your Lotus Feet! WHO can know YOU?”
    A monk from Northern India came to Ram Babu’s Kankurgachi Garden and stayed there for a few days. He had a very gentle disposition and was extremely reserved. He meditated under the tree next to the path leading to the garden. Ram Babu probably took care of his food and other necessities . Once Ram Babu mentioned this monk to Sri Ramakrishna and the Master said, “Why don’t you bring the holy man here one day?” Consequently, Ram Babu hired a carriage and took the monk to Dakshineswar. The Master received the man very kindly in his room, early. him to sit on the little wooden bed, and sat down next to him.
    The conversation then turned to spiritual matters and they began to discuss samadhi, both the salvikalpa and nirvikalpa. Suddenly, as the Master was describing nirvikalpa, he became utterly silent, lost in that same state. One of his feet rested on the bed and the other hung next to it. The monk mistakenly thought that Sri Ramakrishna was just getting to it. preparing for meditation. When the monk saw him in that unusual posture he said. he: “Why not sit in the proper meditation posture?” But how could the Master hear him? Sri Ramakrishna had attained a state of consciousness far beyond the body and the senses. How could one understand the Master’s samadhi? No one knew when, how or under what conditions he would get it You couldn’t tell by looking at him In bed, apparently dreaming or asleep—–why, at any time, under whatever circumstances, samadhi was natural to him.

    The Master was reluctant to allow me to personally serve him. This often hurt me a lot. Then, from an incident that happened on the day, I learned why he wouldn’t. Who can indeed understand his motives? On that day I stayed in Dakshineswar . Other devotees were also there. After talking about religious matters in his room for a long time, he got up and walked to the pine grove . I carried the waterpot and waited in the right place for his return, when he found me there with the waterpot, he said: “Look here. Why did you do such a thing? Why did you come with the waterpot “How can I take water from your hand? Can I take a service from you? I honor your father as a guru.” I was struck with wonder. Only then did I realize why he wouldn’t allow that. I would be of service to him.
    The Master had infinite moods. How could we fathom them? We can only understand what he allows us to understand.
    One day in Balaram Babu’s house, when Swamiji called me Mahapurusha, Swamiji Premananda’s “mother” said: “What? Isn’t Mahapurusha someone who lives in a tree? ( She meant a ghost). What kind of Mahapurusha is he? †
    Swamiji explained that I was a real Mahapurusha. She liked it very much. Over time, as a result of my frequent visits to the Master, I made the decision to give up all connection to the world and said goodbye to my father. Tears began to trickle down his cheeks. He asked me to greet the deity in our shrine and then he blessed me. He put his hand on my head and said, “May you realize God!
    I myself have tried to renounce the world and realize it, but I have failed. That is why I blessed you that you may reach God. I repeated everything to the Master. He was delighted to hear that and said, “It’s good that this happened.!”
    We heard from the Master that a few days before Maharaj ( Swami Brahmananda ) came to Dakshineswar for the first time, the Master had a vision. The Mother brought a child and put it on his lap, saying, “Here is your child.”
    The Master was startled and said to the Mother: How can I have a child? I am a monk.” The Mother smiled and said, “He is not a child in the worldly sense; He is your spiritual spiritual son.” When the Master heard this, he felt relieved. Later, when Maharaj came to Dakshineswar, the Master immediately recognized him (as the child in his vision.) From the very beginning of his relationship, Maharaj behaved like a child of five. And like a sulky boy he often stole cherries from the Master . Sometimes he even climbed on his shoulders or sat on his lap, and what childish things he did! Those were unique sights—divine phenomena.
    These things cannot be understood from the ordinary human standpoint.

    M. stayed in Dakshineswar for a while. His food was very simple.; mainly consisting of milk and rice. The Master himself arranged for a pint of good milk to be brought to him every day. M. had a very strong body that enabled him to do much of the Master’s work. What he heard from the Master, he would write down in his journal when he got home. He had a wonderful memory. By exercising his memory through meditation, he was able to compile the gospel of Sri Ramakrishna from the meager notes that. he had written down.

     


    Dagen in Dakshineswar -3

    We merkten op dat de Meester niet naar de hele Shiva Mahimna Stotram kon luisteren. ( Hymn over de grootheid van Shiva)  Nadat hij een of twee verzen had gehoord ging hij op in samaddhi.   Soms reciteerde hij zelf de twee verzen ( 32 en 41) die beginnen: ” Oh Lord als de blauwe berg de inkt is, ‘ en O Lord, ik ken de ware aard van Uw wezen niet. ”  Terwijl hij het laatste vers herhaalde , barstte hij in tranen uit en zei: ” O Lord . wie wil Uw natuur kennen?  Wie Weet Wie U Bent?

    Ik wil U niet kennen of begrijpen, O Lord!   Geef me pure toewijding voor Uw Lotusvoeten!  WIE kan U kennen?”

    Een monnik uit Noord- India  kwam naar Ram Babu ‘ s  Kankurgachi – tuin en verbleef daar voor een paar dagen.  Hij had een heel zacht karakter en was uiterst gereserveerd . Hij mediteerde onder de boom naast het pad dat naar de tuin leidde. Waarschijnlijk zorgde Ram Babu voor zijn eten en andere benodigdheden . Eens noemde Ram Babu deze monnik aan Sri Ramakrishna  en de Meester zei: ” Waarom breng je de heilige man niet op een dag hierheen?”  Bijgevolg huurde Ram Babu een koets en bracht de monnik naar Dakshineswar. De Meester ontving de man heel vriendelijk in zijn kamer, vroeg. hem op het kleine houten bed te gaan zitten, en ging naast hem zitten.

    Het gesprek ging toen over spirituele zaken en ze begonnen samaddhi te bespreken, zowel de salvikalpa als nirvikalpa. Plotseling, terwijl de Meester nirvikalpa beschreef, werd hij volkomen stil, verloren in diezelfde staat. Een van zijn voeten rustte op het bed en de andere hing ernaast. De monnik dacht ten onrechte dat Sri Ramakrishna zich net aan het. voorbereiden was voor meditatie.  Toen de monnik hem in die ongewone houding zag zei. hij: ” Waarom niet in de juiste meditatiehouding zitten?   Maar hoe kon de Meester hem horen?  Sri Ramakrishna had een bewustzijnsstaat bereikt ver boven het lichaam en de zintuigen. Hoe zou iemand de samaddhi van de Meester kunnen begrijpen?  Niemand wist wanneer , hoe of onder welke condities hij het zou krijgen?  Je kon het niet zien door naar hem te kijken.  In bed, schijnbaar dromen of slapend—–waarom, op welk moment, onder welke omstandigheden, dan ook , samaddhi natuurlijk voor hem was.

    De Meester stond me niet graag toe dat ik hem persoonlijk van dienst zou zijn. Dit deed me vaak erg pijn. Toen, uit een incident dat op de dag gebeurde, ik leerde waarom hij dat niet wilde. Wie kan inderdaad zijn motieven begrijpen?  Op die dag verbleef ik in Dakshineswar . Andere toegewijden waren er ook. Na een lange tijd in zijn kamer te hebben gepraat over religieuze zaken stond hij op en liep naar het dennenbosje. Ik de waterpot en wachtte op de juiste plaats op zijn terugkeer, toen hij mij daar met de waterpot aantrof , zei hij: ” Kijk eens hier. Waarom deed je zoiets? Waarom kwam je met de waterpot?  Hoe kan ik water uit je hand aannemen?  Kan ik een dienst van u aannemen?  Ik eer uw vader als een guru. ”  Ik werd getroffen door verwondering .  Pas dan realiseerde ik me waarom hij niet zou toestaan dat. ik hem van dienst zou zijn.

    De Meester had oneindige stemmingen. Hoe zouden we ze kunnen doorgronden?  We kunnen allleen datgene begrijpen wat hij ons toestaat te begrijpen.

    Op een dag in het huis van Balaram Babu  , toen Swamiji me Mahapurusha noemde , zei Swamiji Premananda’ s “moeder: ” Wat?  Is Mahapurusha  niet iemand die in een boom leeft?  ( Ze bedoelde een geest) . Wat voor soort Mahapurusha is hij ? ”

    Swamiji legde uit dat ik een echte Mahapurusha was.  Het beviel haar erg goed.  In de loop van de tijd, als gevolg van mijn frequente bezoek  aan de Meester , nam ik het besluit om alle verbinding met de wereld op te geven en ging afscheid nemen van mijn vader. Tranen begonnen over zijn wangen te druppelen. Hij vroeg me de godheid in onze shrine te groeten en toen zegende hij mij. Hij legde zijn hand op mijn hoofd en zei: ” Moge je God realiseren!

    Ik heb zelf geprobeerd de wereld af te zweren en hem te realiseren, maar ik heb gefaald.  Daarom zegende ik je dat je God mag bereiken. Ik herhaalde alles tegen de Meester.  Hij was heel blij dat te horen en zei: ” Het is goed dat dit is gebeurd.! ”

    We hoorden van de Meester dat een paar dagen voordat Maharaj ( Swami Brahmananda ) voor de eerste keer naar Dakshineswar kwam, de Meester een visioen had.  De Moeder bracht een kind en zette het op zijn schoot, zeggende : ” Hier is je kind. ”

    De Meester schrok en zei tegen de Moeder: : Hoe kan ik een  kind krijgen ? Ik ben een monnik.”  De Moeder glimlachte en zei: ‘ Hij is geen kind in de wereldse zin; Hij is je spirituele geestelijke zoon. ” Toen de Meester dit hoorde , voelde hij zich opgelucht. Later, toen Maharaj naar Dakshineswar kwam, herkende de Meester hem onmiddelijk ( als het kind in zijn visioen. )  Vanaf het allereerste begin van zijn relatie gedroeg Maharaj zich als een kind van vijf. En als een nukkige jongen steelde hij vaak kersen van de Meester . Soms klom hij zelfs op zijn schouders of ging op zijn schoot zitten, en wat een kinderlijke dingen deed hij!  Dat waren unieke bezienswaardigheden—goddelijke verschijnselen.

    Vanuit  het gewone menselijke standpunt kan men deze dingen niet begrijpen.

     

    Uitgegeven en vertaalt , en met een biografische introductie, door Swami Chetanananda.
    Advaita Ashrama , Kolkata

    Mary Saaleman

    is a Vedantist since three decades. Her life is Mother, Ramakrishna and Swamiji. She is a student of the lives of the Master,  Mother and Swamiji and the Gospel of Sri Ramakrishna.

    is een vedantist sinds drie decennia. Haar leven is Moeder, Ramakrishna en Swamiji. Ze bestudeert de levens van de Meester, Moeder en Swamiji en het evangelie van Sri Ramakrishna.

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *