Love for All

    Jayrambati Series -25

    A Calf and a Parrot

    One morning in Jayrambati, a calf was heard crying in the outer courtyard of Mother’s house. The calf had been separated from her mother for milking. Hearing the calf’s cries, Mother Sri Sarada Devi rushed out  saying, “I am coming, my child. Right now.” She ran to the calf and released her. The person who was eyewitness to this incident was amazed at the compassion, the restlessness to free the bound calf, and the intensity of feeling in Mother. This is how the Mother of the Universe works for all living beings.

    There was a parrot in Mother Sri Sarada Devi’s house. The parrot was called Gangaram. Every day Mother bathed Gangaram , cleaned the cage and fed him regularly. Every morning and evening, Mother would say to the bird, “My child, Gangaram, now repeat your mantra. ” The parrot would then call out “Hare Krishna, Hare Rama, Krishna Krishna, Rama Rama”. Mother Sri Sarada Devi had taught the bird to chant god’s names. The parrot had also learnt the names of a few of the residents. Occasionally, Gangaram would call out, “O Ma, O Ma”, and Mother would respond, “I am coming,” She knew that the bird’s call meant it was hungry and would carry some grains.


    Een kalf en een Papegaai

    Op een ochtend in Jayrambati hoorde men een kalf huilen op de binnenplaats van moeders huis. Het kalf was van haar moeder gescheiden om te worden gemolken. Toen ze de kreten van het kalf hoorde, haastte moeder Sri Sarada Devi zich naar buiten en zei: “Ik kom eraan, mijn kind. Nu meteen.” Ze rende naar het kalf en liet haar los. De persoon die ooggetuige was van dit incident was verbaasd over het medeleven, de rusteloosheid om het vastgebonden kalf te bevrijden en de intensiteit van het gevoel in Moeder. Dit is hoe de Moeder van het Universum werkt voor alle levende wezens.

    Er was een papegaai in het huis van Moeder Sri Sarada Devi. De papegaai heette Gangaram. Elke dag baadde Moeder Gangaram, maakte de kooi schoon en voerde hem regelmatig. Elke ochtend en avond zei moeder tegen de vogel: “Mijn kind, Gangaram, herhaal nu je mantra.” De papegaai riep dan “Hare Krishna, Hare Rama, Krishna Krishna, Rama Rama”. Moeder Sri Sarada Devi had de vogel geleerd om de namen van goden te zingen. De papegaai had ook de namen van een paar bewoners geleerd. Af en toe riep Gangaram: “O Ma, O Ma”, en Moeder antwoordde: “Ik kom eraan.” Ze wist dat de roep van de vogel betekende dat hij honger had en wat granen zou dragen.