George Fox en de Quakers

    Religie en Oorlog – 1

    George Fox en de Quakers

    Kees Boukema

    Religies kunnen tot oorlog oproepen of – al dan niet onder ‘bepaalde voorwaarden’- steunen, maar kunnen zich ook uitspreken tegen bepaalde vormen van oorlogvoering. Zo erkende de Duitse Reformierte Bund op 12 juni 1982, dat het gebruik van geweld door de staat soms onvermijdelijk is, maar verklaarde tevens, dat het ontwikkelen, plaatsen en gebruik van massavernietigingswapens, in het bijzonder kernwapens die de mens kunnen uitroeien en de schepping vernietigen, volstrekt onverenigbaar is met het christelijk geloof.

    Er zijn ook religies, die het gebod ‘Gij zult niet doden’ letterlijk opvatten en zich uitspreken tegen élke gewelddadige strijd. In 1661 verklaarden George Fox [1624-1691] en zijn volgelingen bij hun verzet tegen koning Charles van Engeland: “Wij verwerpen met grote nadruk alle oorlog en strijd tegen anderen en elk gevecht, anders dan met de wapenen van de geest […] Dit is onze getuigenis voor heel de wereld. De Geest van Christus is onveranderlijk en kan ons dus niet het ene ogenblik van iets afhouden en ons er dan weer toe aanzetten.” [M. van Willigen, ‘Kerken waar je zelden van hoort’; De Quakers. Trouw, 12-8- 2002 en G.H. Gorman, Introducing Quakers, London 1978 p. 58].

    George Fox en zijn volgelingen, ‘The Society of Friends’ (bekend als ‘Quakers’), waren even vastbesloten tégen elke vorm van oorlog, als zes eeuwen eerder de kruisvaarders (gehoorgevend aan de oproep van Paus Urbanus II tijdens het concilie van Clermont in 1095) in hun voornemen om Jeruzalem, Gods uitverkoren stad, zo nodig met geweld, te heroveren op de ‘ongelovigen’[Georges Tate, De kruistochten, p. 32.]

    Fox schreef in een brief:“All that pretend to fight for Christ are decieved; for his kingdom is not of this world.” (Zie Joh. 18:36 en Charles M. Woodman, Quakers find a way, p. 233 e.v.). Voor Fox en zijn volgelingen was religie niet een kwestie van ‘geloven in dogma’s en rituelen’, maar ‘leven in overeenstemming met innerlijk ervaren spirituele waarden’. Zij conformeerden zich niet aan doctrines en voorschriften, maar aan het overweldigend gevoel van Gods nabijheid. Zij waren ervan overtuigd, dat ze verbonden konden zijn met God, hun ‘Innerlijk Licht’, zonder tussenkomst van kerk of priesters.

    Volgens de autoriteiten kwalificeerden zij zich daarmee als ‘afvalligen’ [G. H. Gorman, p. 9 e.v.]. Fox werd beschuldigd van godslastering en – na een verhoor van acht uur door een rechter en een hoge militair –  veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en daarna – toen Fox niet akkoord ging met de voorwaarden voor zijn vrijlating – nog eens zes maanden.

    In 1660 was het aantal Quakers gegroeid tot 50.000. Ruim duizend daarvan waren gevangen gezet, wegens het houden van verboden bijeenkomsten of hun weigering om in een rechtsgeding de eed af te leggen. Drie van hen werden opgehangen. In de jaren ‘70 reisde Fox naar Ierland, Holland, Duitsland, West-Indië en Amerika om daar zijn boodschap te brengen. Bij zijn dood in 1691 was het aantal ‘Friends’ verdubbeld [Woodman, p. 25].

    De eerste Engelsen die zich in ‘New England’ hadden gevestigd, waren daar gekomen in de veronderstelling, dat dit land hen door hun koning was geschonken. Zij waren voorzien van wapens om, indien nodig, de oorspronkelijke bewoners met geweld te verdrijven. De Quakers, die zich in 1657 in Rhode Island vestigden, sloten vriendschap met de oorspronkelijke bewoners en betaalden aan hen, die bereid waren land te verkopen ‘a just price’ [Woodman, p. 239/240 en Tawney, Religion and the rise of capitalism, p. 270 en noot 142].

    Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) verleende president Abraham Lincoln de Quakers, op grond van gewetensbezwaren vrijstelling van militaire dienst [Global Vedanta, Summer 2013, p. 8.] Daarmee werd voor het eerst in de geschiedenis door een staat erkend, dat een burger op grond van gewetensbezwaren ontheven kan zijn van bepaalde plichten ten opzichte van de staat. Inmiddels is – conform resolutie 36/18 van de Human Rights Council: “Conscientious objection of military service” – in veel landen het recht op dienstweigering op religieuze of morele gronden in de wetgeving vastgelegd.

    In 1947 werd aan de Quakers van Engeland en die van de Verenigde Staten de Nobelprijs voor de Vrede toegekend, voor hun inzet voor hulp aan oorlogsslachtoffers tijdens W.O. II. (Wikipedia en Trouw, t.a.p. 12-8-2002).

            


    Mr Kees Boukema is a scholar in Vedanta and Comparative philosophy. His brilliant and thorough-going articles on various philosophical and spiritual subjects  are being published since the first issue of the magazine. His latest work is De Beoefening van Meditatie.