Swami Turiyananda en Sri Ramakrishna
Op een dag maakte de Meester mij aan het huilen door dit lied te zingen:
O Kusa and Lava, waarom zijn jullie zo trots?
Als ik niet toegestaan had mij te laten vangen,
Had je me kunnen vangen? 1
Ik was diep geroerd. Diezelfde dag drukte de Meester diep in mijn geest het feit dat men God niet kan bereiken door zelf-inspanning, door sadhana (spirituele oefeningen) uit te voeren. Alleen als God zich openbaart, is het mogelijk hem te bereiken.
Toen ik Sri Ramakrishna een keer vertelde dat het doel van mijn leven was om nirvana ( bevrijding) te bereiken, verweet hij me dat ik zo’n laag ideaal koesterde.
1Dit is wat Hanuman, een toegewijde van Rama, tegen diens twee zonen zei.blz. 189/190 Zij zijn vol angst. Ze zijn als die parcheesie-spelers die altijd graag naar huis willen. Een amateur-speler, zodra hij zijn stuk naar huis stuurt, houdt er niet van om het opnieuw uit te brengen. Zulke spelers zijn ongeschoold. Maar een bedreven speler is nooit bang om weer uit te komen, als hij daardoor de kans krijgt een tegenspeler vast te leggen. Dan gooit hij het juiste nummer en keert weer terug naar huis. Het lijkt erop dat wanneer hij de dobbelstenen gooit, het juiste nummer voor hem verschijnt. Dus wees niet bang. Speel zonder angst.”
Ik vroeg,” Gebeurt het echt?” De Meester antwoordde: ” Natuurlijk gebeurt het. Door de genade van Moeder vindt alles plaats. Moeder houdt van mensen die spelen. Neem het spel van verstoppertje. (Er is een granny, er is een dief die geblinddoekt is, en er zijn kinderen die proberen te ontsnappen terwijl ze door de dief worden betrapt.) De oma vindt het leuk om de kinderen rond te laten rennen en het spel door te laten gaan. Ze kan haar hand uitsteken om een kind te helpen, zodat hij niet door de dief wordt gepakt, als ze denkt dat het noodzakelijk is. Te gelijkertijd , is de Goddelijke Moeder niet echt tevreden met degenen die nirvana zoeken, want zij trekken zich terug uit het spel. Ze wil dat het spel doorgaat. Dat is de reden waarom toegewijden geen nirvana zoeken. Zij zeggen,’ O geest, het is niet goed om suiker te worden. Ik wil suiker eten.'”
De Meester heeft me vaak gezegd: ” Wat staat er in de Geschriften?
Ze zijn als vellen papier met een boodschappenlijstje erop. De lijst is slechts nuttig om de gekochte artikelen af te vinken. Als je dat hebt gedaan, wordt de lijst weggegooid. Dus je moet je kennis, je toewijding controleren, en de Geschriften raadplegen om te zien of ze het ermee eens zijn. Er wordt gezegd, ‘ Als je de kennis hebt van het Absolute, zijn de Geschriften slechts een strootje waard.’ ” De Goddelijke Moeder had Sri Ramakrishna laten zien wat erin de Geschriften, de Puranas en de Tantrische literatuur stond. Dus ofschoon hij een ongeletterde persoon was, was hij in staat om de trots van de pandits te verlagen. Hij placht te zeggen, ” Als je een klein lichtstraaltje van de Goddelijke Moeder krijgt, maakt al het leren bleek in iets onbeduidends.”
Sri Ramakrishna klonk als een dronkaard wanneer hij met de Goddelijke Moeder sprak, zeggend: ” Geef me niet de kennis van Brahman, Moeder! Ik wil het niet! Ik spuug erop!” Ik was een extreem Vedantist in die tijd, en zijn woorden schokten me enorm. Ik dacht bij mijzelf:” Mijn hemel! Wat kan er groter zijn dan de kennis van Brahman?”
collected and presented by
Mary Saaleman
Mary Saaleman
is a Vedantist since three decades. She dedicates herself to Mother, Ramakrishna and Swamiji. She is a student of the lives of the Master, Mother and Swamiji and the Gospel of Sri Ramakrishna.
is een vedantist sinds drie decennia. Haar leven is Moeder, Ramakrishna en Swamiji. Ze bestudeert de levens van de Meester, Moeder en Swamiji en het evangelie van Sri Ramakrishna.