Dagen in Dakshineswar

    Dagen in Dakshineswar

    Swami Turiyananda

    Ah, die dagen in Dakshineswar ware gelijk de hemel zelf! Van s’ morgens tot een uur in de middag was iedereen bezig met bloemen plukken en andere voorbereidingen te treffen voor de eredienst, totdat de armen werden gevoed. In de tussentijd zou Sri Ramakrishna spirituele onderwerpen bespreken en de toegewijden luisterden vol aandacht naar hem. Zelfs zijn plezier en grappen waren gerelateerd aan God. blz 190/191Er was geen ander onderwerp.  Alles culmineerde in zijn samadhi (transcendentale staat van bewustzijn). Na de lunch zou Sri Ramakrishna een korte periode rusten en opnieuw spreken over spirituele zaken. Tegen de tijd zou hij naar de tempel gaan van Moeder Kali en haar een beetje fannen ter afkoeling. Hij zou daar zo door bedwelmd raken en van extase terugkeren naar zijn kamer. Hij vroeg altijd aan degene onder ons die spirituele disciplines beoefenden onder zijn leiding,

    ” Vetel eens, voel je goddelijke dronkenschap als je mediteert in de ochtend en in de avond?”

    s ‘ Nachts sliep Sri Ramakrishna heel weinig. Hij stond op en maakte degenen die sliepen wakker, zeggend

    ” Slaap je niet te veel! Word wakker en mediteer!” Weer ging hij even liggen, stond dan voor zonsopgang op en riep de naam van God, met zijn onnavolgbare zoete stem. De discipelen zouden gaan zitten en op hun eigen manier mediteren. Af en toe ging de Meester naar hen toe en corrigeerde hun houding.

    Sri Ramakrishna zei altijd: ” Ik kan er niet tegen dat iemand mij guru noemt. Het irriteert me. Wie is de guru? Satchidananda ( God) alleen is de guru.”

    De externe guru toont het pad; de innerlijke guru doet de geest ontwaken.

    Gewone mannen , die zich voordoen als gurus weten dit niet en ruineren zichzelf door hun ego te voeden.

    Een uur congregationeel geestelijk samen zingen in het gezelschap van de Meester, zou ons met zo’n uitbundige vreugde vervullen, dat we ons als het ware getransporteerd voelden, naar een etherisch gebied.

    Maar nu, kan zelfs meditatie die hemelse gelukzaligheid niet oproepen, of zelfs maar een schijn daarvan. Dat geluk zou een week lang onafgebroken bij ons blijven. Vroeger voelden we ons dronken, hoewel we niet wisten waarom en hoe. Wie zou ons geloven? Het is moeilijk om iemand te overtuigen. Toch moet ik me uitspreken. De gewone man zoekt nirvana omdat hij heeft geleden. Maar hij kent de enorme vreugde in goddelijke communie niet.

    Op een dag kwam ik aan in Dakshineswar toen de Meester aan het eten was. Een aantal kommen met verschillende gekookte pudding werden voor hem neergezet. Iemand zou dit een ongepaste luxe hebben gevonden, alleen geschikt voor een rajastisch (werelds) leven. De Meester zei direct: ” Wel, de neiging van mijn geest is altijd gericht op het Oneindige. Het is door zulke rajastische middelen dat ik het beneden houd naar de lagere gebieden. Anders zou ik niet met je kunnen praten.”

    ” Hoe vreemd!” zei ik tegen mezelf toen ik hem hoorde.” Anderen probeerden sattva te bereiken door rajas te overwinnen door middel van een strenge discipline, of dieet, terwijl hij zijn geest met geweld heeft verhinderd, naar het sattvische( spirituele) niveau te stijgen!”

    Toen ik op een andere dag Sri Ramakrishna ging bezoeken waren er veel andere bezoekers. Onder hen bevond zich een groot Vedantisch geleerde. De Meester zei tegen hem, ” Laat ons wat Vedanta van je horen.” De geleerde legde meer dan een uur, met grote eerbied uit over Vedanta. Sri Ramakrishna was zeer tevreden. De mensen in de buurt waren hier verbaasd over, maar na de geleerde te hebben geprezen, zei de Meester: ” Wat mij betreft, ik hou niet van al die details. Er is niets anders dan mijn Moeder en ik. Voor jou, kennis, kenner, en gekend—-degene die mediteert, meditatie, en het object van meditatie—–dit soort drievoudige verdeling is heel goed. Maar voor mij, ‘ Moeder en ik —–dat is alles en niets anders.” Deze woorden. ‘ Moeder en ik,’ werden op zo’n manier gezegd, dat het een zeer diepe indruk maakte op de aanwezigen. Op dat moment verbleekten alle ideeen van Vedanta in het niet. De Meester’s ” Moeder en ik ” leken gemakkelijker, eenvoudiger, en meer aangenaam voor de geest dan de drie divisies van Vedanta. Ik realiseerde me toen dat ” Moeder en ik” de ideale houding was om over te nemen.

    collected and presented by

    Mary Saaleman


    Mary Saaleman

    is a Vedantist since three decades. She dedicates herself to Mother, Ramakrishna and Swamiji. She is a student of the lives of the Master,  Mother and Swamiji and the Gospel of Sri Ramakrishna.

    is een vedantist sinds drie decennia. Haar leven is Moeder, Ramakrishna en Swamiji. Ze bestudeert de levens van de Meester, Moeder en Swamiji en het evangelie van Sri Ramakrishna.