Ramakrishna’s apostelen
SWAMI SARADANANDA
[Sharat]
Op een dag zat Sri Ramakrishna in zijn kamer in Dakshineswar, omringd door een groep toegewijden. Ganesha, de hindoeïstische godheid van succes, was het onderwerp van gesprek. De meester prees zeer de integriteit van het karakter van Sri Ganesha, zijn totale afwezigheid van passie en vastberaden toewijding aan zijn moeder, godin Durga. De jonge Sharat was aanwezig: Plots zei hij: “Nou, meneer, ik hou erg van het karakter van Ganesha. Hij is mijn ideaal.” Sri Ramakrishna corrigeerde hem door te zeggen: “Nee, Ganesha is niet jouw ideaal. Jouw ideaal is Shiva. Je bezit Shiva-attributen.
Bij een andere gelegenheid vroeg Sri Ramakrishna aan Sharat: “Hoe wil je God realiseren? Welke goddelijke visioenen zie je het liefst in meditatie?” Sharat antwoordde: “Ik wil geen bepaalde vorm van God in meditatie zien. Ik wil Hem zien zoals gemanifesteerd in alle schepselen van de wereld. Ik hou niet van visioenen.” Sri Ramakrishna zei met een glimlach: “Dat is het laatste woord in spirituele bereiking. Je kunt niet alles tegelijk hebben.” Sharat antwoordde: “Maar ik zal niet tevreden zijn met iets minder dan dat. Ik zal doorgaan op het pad van sadhana totdat die gezegende staat aanbreekt.”