Dementie: menswaardig of niet?
Corne van Nijhuis
Sinds enige jaren ben ik als vrijwilliger verbonden aan een hospice. Ik wordt van daar uit in het algemeen ingezet om steun te verlenen aan nog thuiswonende alleenstaande ouderen die een levensverwachting hebben van slechts enkele maanden. Aangezien velen behoorlijk op leeftijd zijn betreft het zo nu en dan ook licht dementeren. In die situaties zijn de klachten vaak nog hanteerbaar en is het levenseinde veelal genaderd voordat de dementie niet meer hanteerbaar is om zelfstandig te wonen. Als je echter meemaakt wat dementie met iemand doet, komt vanzelf de vraag naar boven tot op welk niveau dementie nog menswaardig is. In deze bijdrage wil ik daarop mijn visie geven vanuit het mensbeeld dat ik persoonlijk heb. Het is dus geen waarheid, maar slechts mijn perspectief
Dementie is een ziektebeeld waarbij de geestelijke vermogens van een mens in toenemende mate afneemt tot een mogelijk ernstig laag niveau. Daardoor kan iemand dagelijkse handelingen, die voorheen moeiteloos werden gedaan, minder goed of soms geheel niet meer uitvoeren. Het gaat bijvoorbeeld om handelingen als aankleden, eten koken, inname van medicatie of bankzaken. In Nederland leiden nu bijna 300.000 mensen aan dementie, hetgeen als gevolg van de vergrijzing in de toekomst explosief zal stijgen naar ruim 600.000 in 2050. Mensen met dementie leven gemiddeld 6,5 jaar met de ziekte. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal als de ernst van de klachten toe. Er is geen genezing mogelijk voor dementie en uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie. Dementie is na kanker en hart- en vaatziekten de meest voorkomende doodsoorzaak in Nederland.
Dementie is een ziekte die ons uiteindelijk volslagen afhankelijk van anderen maakt. Dat lijkt volledig in te gaan tegen wat wij als een normaal proces (willen) zien, namelijk om zelfstandig te worden en verantwoordelijkheid te leren dragen – zowel voor onszelf, als voor de wereld waarin wij leven. Het is dan ook een aangrijpende ziekte, pijnlijk en verdrietig voor zowel de betrokkene zelf als alle naastbestaanden. Vaak wordt er daarom tegenwoordig in een vroeg stadium gekozen voor euthanasie. De achterliggende gedachte daarbij is dat dementie alleen maar een zinloos lijden inhoudt en dat je elkaar en jezelf zo’n zinloos lijden moet kunnen besparen. In een dergelijke visie is het onmogelijk om na te denken over de zin van dementie. Hoe zou zo’n afschuwelijke ziekte die ons afhankelijk maakt en waarbij ons denkvermogen langzamerhand wegvalt, een zin kunnen hebben? En inderdaad: als je alleen maar de buitenkant kijkt, lijkt dementie zinloos.
Maar IS dementie werkelijk alleen maar zinloos, of valt er nog iets anders waar te nemen als je voorbij de buitenkant zou kijken? In mijn mensbeeld bestaat er namelijk meer dan onze fysieke en mentale vermogens. Ik ben noch mijn lichaam, noch mijn denkgeest. Ik ben in mijn mensbeeld namelijk het achterliggende bewustzijn of anders gezegd ik ben het ervarende subject. En de vraag is dan of er gedurende het ziekteproces, ondanks de afname van mentale vermogens, nog onderliggende geestelijke en/of spirituele groei zou kunnen plaats vinden? De essentiële vraag is dan: wat gebeurd er met het ervarende subject bij dementie?
De-mentie betekent letterlijk ‘ont-geest’ en is uiteindelijk afgeleid van Sanskrit ‘manah’ wat ‘denkgeest’ (mind) betekend. Vandaar de omschrijving in de Dikke Van Dale: geestelijke aftakeling, met name door ouderdom. Het gaat dus niet om het waarnemende bewustzijn (subject), maar om het denkvermogen van de hersenen. Het betreft het fysieke lichaam dat wordt aangetast door ouderdom. Het aanslibsel in de hersenaderen en de opeenhoping in de hersenen van niet goed afgebroken eiwitcellen, leiden ertoe dat de hersenen niet goed meer werken en dat de denkgeest zich steeds minder tot uitdrukking kan brengen. Maar daarom is het onderliggende bewustzijn, waar de denkgeest c.q. de gedachten zich in manifesteren, er nog wel! Omdat wij het bewustzijn van een dementerende niet meer bereiken, kunnen we van buiten alleen maar afbraak zien, denken we meestal dat ook het bewustzijn zelf van een dementerende is afgetakeld. Dat is niet zo. Zoals de zon er nog steeds is, ook al is deze schuilgegaan achter wolken, zo is het ook met een dement iemand. Zijn bewustzijn is er nog wel, het is alleen minder of onbenaderbaar geworden, niet alleen voor anderen, maar ook voor indrukken van de eigen zintuigen, inclusief het innerlijk zintuig, het ‘eigen’ denkvermogen.
Hierdoor ontstaat echter innerlijke ruimte en stilte waar oude emoties en opgedane indrukken naar boven kunnen komen en alsnog verwerkt kunnen worden. Zo kan het stervensproces soepeler verlopen en de karmische balans, die in het volgende leven inhoud geeft, evenwichtiger worden.
De zin van dementie is dat het subject (voorafgaande aan het uiteindelijke fysieke en mentale stervensproces) zich zonder aardse verantwoordelijkheden in stilte de karmische effecten van het leven dat men nog leidt kan verwerken.
Ik ben om die reden van mening dat we onze aandacht voor dementie niet te eenzijdig moeten richten op het verlies of de ogenschijnlijke zinloosheid van lijden. We zouden er veel evenwichtiger naar kunnen kijken, namelijk ook naar de spirituele kant voorbij de zichtbare zaken.
Als ik dan terug ga naar de oorspronkelijke vraag “Dementie: waardig of niet?”, dan kom ik op basis van het voorgaande voor mijzelf tot de volgende slotsom. Voor mij is dementie een natuurlijk proces. Zolang er niet wordt ingegrepen is het een zuiver proces, dat zijn eigen functie en waarde heeft in het leven van een mens. Om daarbij eventueel onmenselijk lijden te beperken zijn wij gelukkig wel in de gelegenheid het gewaarzijn van fysieke en geestelijke pijn te onderdrukken zonder het levensproces inhoudelijk te verstoren.
Ik hoop hiermee een inspirerend inzicht te hebben gegeven voor anderen die op zoek zijn naar verdieping of nuancering van hun eigen visie op dementie.
________________________________
Dhr Corne van Nijhuis is een geleerde en heeft zijn tijd gewijd aan de studie en beoefening van Vedanta. Hij levert regelmatig bijdragen aan dit tijdschrift.