Zijn Meester en Turiyananda

Ramakrishna en Zijn Discipel Turiyananda

Als iemand je pijn doet en je wraak neem, doe je jezelf meer pijn. Je wordt net zo slecht als hij. De Meester zei altijd,” Hij die een ander vervloekt en wrok koestert, kan geen bevrijding bereiken.”
Dagen, maanden, en jaren gaan voorbij, terwijl jij je tijd verdoet. Waar is je verlangen naar God? Weet je niet hoe Sri Ramakrishna altijd huilde, ‘ O Moeder, er is weer een dag voorbij, en ik heb u nog steeds niet gezien”? Je bent droog geworden! Je bent je Geest kwijt! ” Wie is dood- terwijl hij leeft? Hij die niet verlangd naar de Waarheid van God.” Swamiji zei. eens, ” Op mijn negentwintigste heb ik alles afgemaakt.”

Is het je geopenbaard wat het doel is van deze menselijk geboorte?
Sri Ramakrishna is een voorbeeld voor ons. De Meester had de visie van de Levende Moeder van het Universum en ging een intieme relatie met haar aan. Hij gaf zich aan Haar over.
Er moet eigen inspanning zijn. Sri Ramakrishna zei altijd:” Strijd een beetje! Dan zal de guru je verder helpen.” De Meester zong altijd, ” Geest, worstel tot aan de dood. Kan een parel worden gevonden in kniediep water?
Als hem wilt realiseren, duik dan in de diepten van de oceaan.”
Verwacht niets van niemand! Leer de gever te zijn!
Anders word je egocentrisch. Dit is de leer in de familie van Sri Ramakrishna. Ik heb zogenaamde heilige mannen gezien die dachten dat ze onthecht waren van de wereld en niets meer met anderen te maken wilden hebben. Zij waren droog….Sri Ramakrishna leerde ons, ” Werk met je handen, maar laat je geest aan de voeten van de Heer blijven.”

We hebben met deze ogen gezien. Met deze oren hoorden we. Toen we bij Sri Ramakrishna kwamen, liet hij ons voelen dat Godsrealisatie binnen ons bereik lag. Maar af en toe raakten we ontmoedigt en maakten ons zorgen, of ons leven binnen het bereik van het doel zou blijven. In de loop van de tijd, echter, heeft de Meester alles voor ons gedaan.
Onze Meester kon het woord zonde niet verdragen. Hij zei tegen de mensen dat ze zichzelf niet als zondaars moesten beschouwen, en leerde ze te denken: ” Ik zing (reciteer) de naam van God. Waarom zou ik mij zorgen maken? Voor wie zal een kind van de Moeder van het Universum vrezen?”
Sri Ramakrishna zei ook, ” Verdraag. Verdraag, en verdraag.” —-alsof hij smeekte, dat er geen andere weg was. Weer zei hij: ” Hij die volhardt, leeft. Hij die niet volhardt wordt vernietigd.” Daarom moeten we volharden. Onthoud altijd de woorden van de Meester:” Laat het lichaam zijn kwalen verdragen, maar jij , O mijn geest, houd je bezig met de gedachte aan God en geniet zo van gelukzaligheid.” Deze houding zal je behoeden voor overweldigd te worden door lijden.

Sri Ramakrishna zei, ” Als je een kunstmatige vrucht ziet, word je herinnerd aan de echte vrucht.” Op dezelfde manier wordt men aan hem herinnerd, bij het zien van een foto van de Heer. Als we ons voorstellen dat hij daadwerkelijk aanwezig is in het heden op de foto, moeten we weten dat hij echt is en Hem dienen. Hij zal ons vervullen met inspiratie.
Mijn Meester was een perfecte yogi. Niets bleef verborgen voor hem.
Hij kende onze gedachten door en door. We hoefden hem niets te vragen. Hij anticipeerde op al onze gedachten. We hadden nooit de indruk dat hij ons lesgaf, doch hij observeerde ons altijd. Niets ontging hem. Hij wist welke valkuilen ons in de weg stonden en hij liet ons deze vermijden.
Eens vertelde onze Meester ons dat hij andere discipelen had, die een andere taal spraken, die andere gebruiken hadden, ergens ver weg in het Westen. Zij zullen mij ook vereren,” zei de Meester. ” Zij zijn ook Moeders kinderen.”

vanuit Ramakrishna as we saw Him

presenteert door

Mary Saaleman


Mary Saaleman

Mary Saaleman studeert al dertig jaar Vedanta. Haar leven is gewijd aan Moeder Sarada Devi en de studie van heilige teksten en geschriften.