Welkom!
Scroll alstublieft naar beneden om artikelen te lezen.
Moeder
Sister Nivedita
[Margaret Noble]
Het woord ‘moeder’ wordt als heilig beschouwd en goede mannen bieden het goede vrouwen aan ter bescherming. Er is geen tijdige dienst die niet aan iemand, hoe jong of mooi ook, kan worden bewezen door een voorbijganger, als hij haar maar eerst zo aanspreekt. Zelfs een vader die naar een kleine dochter kijkt en worstelt om het mysterie van de toekomst dat hij in haar ziet, uit te drukken, kan haar aanspreken als ‘kleine moeder’. En de moeder van de natie, Uma Haimavati, wordt altijd afgeschilderd als een kind, altijd beschouwd als een dochter van het huis. Alleen in het moederschap wordt het huwelijk heilig; zonder het heeft de loutere toegeeflijkheid aan genegenheid geen recht om heilig te zijn. Dit is het ware geheim van het verlangen naar kinderen. En om die hoogte van aanbidding te bereiken waarin de echtgenoot zijn vrouw als zijn moeder voelt, is meteen het bekronen en beëindigen van alle lagere banden.
Wie het ooit heeft gezien, kan de aanbidding van het Heilige Kind door een Hindoe-vrouw vergeten? Een klein koperen beeld van de Baby Krishna ligt, of knielt, spelend, in een klein bedje, en gedurende de ochtenduren, na haar bad en voor haar koken, zit de vrouw, die zelf misschien wel of niet echtgenote en moeder is, bloemen en het water van het bad, fruit, snoep en andere dingen aan dit beeld te offeren – haar offergaven afgewisseld met voortdurende handelingen van meditatie en stil gebed. Ze streeft ernaar God te aanbidden als de Redder van het Kind, en worstelt om zichzelf te zien als de Moeder van God. Ze is bereid genoeg om haar reden te geven, als we het haar vragen. “Verandert mijn gevoel voor mijn kinderen afhankelijk van wat ze voor mij doen?” vraagt ze op haar beurt: “Zo moet men ook van God houden. Moeders houden het meest van degenen die het meest nodig hebben. Zo moet men ook van God houden.” Het simpele antwoord is een wereld van theologie waard. Ook wordt het niet vergeten dat de andere kinderen, gemaakt van vlees en bloed, en die op haar roeping reageren, eveneens Zijn beelden zijn. In elk moment van voeden, of trainen, of spelen, van dienen of gebruiken of genieten, kan ze haar omgang met deze dingen tot een daad van toewijding maken. Het was haar doel, tijdens de uren van aanbidding, om oog in oog te komen met het Universele Zelf. Heeft ze dit gedaan, of heeft ze over het ideale sentiment nagedacht totdat ze van zichzelf de perfecte moeder heeft gemaakt?
Door haar kind kan haar intentie wederom nooit in twijfel worden getrokken. Ze kan hem nu eens een glimlach en dan weer een gezicht van verdriet, dan weer een woord van lof en dan weer een verontwaardigd verwijt toewerpen. Maar altijd, evenzeer, blijft ze de moeder. Het hart der harten van haar daad is onfeilbare liefde. Ze weet ook goed dat niets wat haar baby’s doen iets anders kan betekenen. De zonnige en de humeurige, de gehoorzame en de eigenzinnige, zoeken slechts zoveel verschillende manieren om eenzelfde afhankelijkheid uit te drukken. Aan ieder verleent ze het welkom van zijn eigen aard. In zo’n verzoening van tegenstellingen, in zo’n ontdekking van eenheid in verscheidenheid, ligt de hele inspanning en trend van de oosterse religie.
Denken
Kees Boukema
‘Heeft de mensheid haar verstand verloren, of hebben we dat nooit gehad? Niet eerder was er zoveel informatie beschikbaar en ook op zo’n ruime schaal toegankelijk als in deze tijd. Toch zijn er allerlei onzinnige complot-theorien in omloop, het menselijk aandeel in de huidige klimaatverandering wordt ontkend en vaccinatie-scepsis, kwakzalverij en religieus extremisme zijn geen ‘randverschijnselen’ meer. Er is nu – misschien meer dan ooit – dringend behoefte aan helder denken. Wij zijn gelukkig ook getuige van veel moedgevende staaltjes van menselijk vernuft en gezond verstand, zoals het terugdringen van armoede, de snelle ontwikkeling van vaccins tegen covid-19 en het steeds breder gedeeld inzicht in de schadelijkheid en onredelijkheid van racisme, misogynie en homohaat.’Aldus (te kort) samengevat, Julian Baggini in de inleiding van zijn recent verschenen boek: “How to Think Like a Philosopher”, (London, 2023; Nl. vertaling, 2024).
Om beter te leren denken kunnen we, volgens Baggini, veel leren van filosofen. Zij gelden al millennia als specialisten in gezond denken. Andere wetenschappelijke disciplines beschikken over een concrete onderbouwing van hun beweringen. Natuurkundigen doen experimenten, economen hebben hun ‘data’, historici beschikken over documenten en artefacten. Filosofen hebben geen speciale bron van informatie. Hun unieke vaardigheid is het denken ‘zonder vangnet’. Het aanleren van de regels van logische deductie, het vermijden van denkfouten en drogredenen en het verschil kennen tussen de inductieve en abductieve denkmethode dat is allemaal belangrijk, maar het is niet genoeg. Een filosoof moet zich, voor alles een bepaalde ‘mentaliteit’ eigen maken. Daarin onderscheiden de beste filosofen zich van hen die wel het logisch arsenaal beheersen, maar inzicht missen. Het gaat om een deugd in de zin van de klassieke Griekse filosofie: gewoonten en een karakter die bevorderlijk zijn voor een goede manier van leven en denken, zoals open aandacht, oplettendheid en bescheidenheid.
Baggini refereert in zijn beschouwingen, behalve aan een twaalftal gesprekken die hij voerde met hedendaagse filosofen, ook aan de grote wijsgerige werken van alle tijden. Zijn meeste voorbeelden ontleent hij aan de westerse filosofische traditie, waarin hij is geschoold, maar de principes waar het om gaat zijn universeel, zoals blijkt uit incidentele verwijzingen naar filosofen uit de rest van de wereld. Een interessant voorbeeld daarvan komen we tegen in hoofdstuk 8: ‘Know what matters’. In het filosofisch debat is het belangrijk om je te kunnen verplaatsen in het standpunt van degene waarmee je het oneens bent. Probeer bijvoorbeeld te begrijpen waarom bepaalde zaken waar jij weinig waarde aan hecht, voor de ander juist belangrijk zijn. Soms blijkt dan, dat een meningsverschil over feiten eigenlijk een meningsverschil te zijn over waarden.
In dit verband brengt Baggini een oude Sanskriet tekst ter sprake: de Nyaya Sutras van Aksapada Gautama, geschreven tussen de zesde en tweede eeuw voor Christus. Deze tekst bevat een aantal grondregels voor het debat. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds een debat waarin het gaat om ‘overwinnen’ en anderzijds het ‘goede’ of ‘oprechte’ debat, dat gericht is op ‘waarheidsvinding’. Enerzijds drogredenen, denkfouten en debat-trucjes die gebruikt worden door hen die niet uit zijn op ware kennis en anderzijds correcte argumentatie die leidt tot ware kennis. Gautama zag dat in het debat te vaak het ‘winnen’ voorop staat.
In de hedendaagse academische filosofie is het niet veel anders, schrijft Baggini. Men is er vaak op uit om de ander te overtroeven in plaats van te begrijpen. Niemand wil graag de verliezer zijn. Als je eenmaal een standpunt hebt ingenomen, dan is het streven om je gelijk te halen vaak sterker dan de behoefte om er achter te komen hoe de zaak werkelijk zit.
Onze drang om te wedijveren brengt ons soms er toe om de zwakke plekken in het standpunt van de ander op te zoeken, in plaats van ons af te vragen of zijn argumenten misschien hout snijden. In de duizenden jaren oude Indiase traditie van het formele debat moesten de deelnemers zich juist richten op de sterke argumenten van hun gesprekspartner en soms zelfs de rol van ‘advocaat van de duivel’ op zich nemen. Baggini geeft een recent voorbeeld: ‘Het verzet tegen de verplichte anti-corona vaccinatie’. Tegenstanders beweerden dat deze wettelijke plicht een schending zou zijn van de rechten van de mens, een aantasting van onze lichamelijke integriteit, mishandeling. Maar de plicht tot vaccinatie houdt niet in dat mensen eventueel fysiek gedwongen zouden kunnen worden om zich te laten vaccineren, maar betekent dat, als je er voor kiest om je niet te laten vaccineren, dat dan jouw bewegingsvrijheid wordt beperkt en dat in het uiterste geval, een boete kan worden opgelegd. Dat zulks in strijd zou zijn met de rechten van de mens is moeilijk hard te maken. Het is veel makkelijker om te roepen dat hier sprake is van mishandeling. Het kan goed zijn om een kwestie ook eens te bekijken vanuit het standpunt van de ander. We hebben de neiging om met mensen om te gaan die zijn zoals wij, media te raadplegen die aansluiten bij onze opvattingen en ons meer te verdiepen in informatie die onze mening bevestigt, dan met gegevens die ze weerleggen. We zouden het debat moeten zien als een poging om gezamenlijk tot waarheid te komen, niet als een wedstrijd met een winnaar en een verliezer.
We kunnen de gedachtegang van de ander beter volgen, als we begrijpen waarom de ander iets beweert. Empathie, je verplaatsen in de ander, is een deugd. Begrijpen wat een ander gelooft en waarom hij zo vasthoudt aan dat geloof, is een vorm van ‘cognitieve empathie’. Kan je daarin ook te ver gaan? Is er een grens aan het respect dat je voor het standpunt van de ander moet opbrengen? “Ja!”, zei bioloog en notoire atheist, Daniel Dennett, na zijn debat met de christelijke filosoof Alvin Plantinga: “Het is natuurlijk niet beleefd om aan iemand te vragen ‘Heeft u zich wel eens afgevraagd, of u misschien uw hele leven gewijd heeft aan een waanbeeld?’ Maar het is wel een goede vraag, ook al is die kwetsend. Sommige mensen hebben een plens koud water in hun gezicht nodig, anderen moet je met vriendelijkheid behandelen.”
Veel atheisten die het religieus geloof aan een onderzoek onderwerpen concluderen, dat het geloof niet berust op rede of ervaring. Zij komen dan tot de slotsom dat het dus allemaal onzin is. “Als dat zo duidelijk is,” vraagt Baggini, “waarom zijn er dan zoveel mensen die geloven, ook al zijn het geen idioten?” Een onderzoek waarom mensen geloven en wat het betekent om een geloof te hebben, is constructiever dan nagaan of een religieus geloof ‘waar’ is. Een onderzoek in die geest kan ons leren in hoeverre religieus geloof is gebaseerd op subjectieve ervaring en eerder mythologisch van aard is dan letterlijk waar.; een geloof dat het mysterie en paradoxen accepteert. Er zijn tijden dat we zelfvertrouwen en overtuiging nodig hebben, maar als we proberen zo helder mogelijk te denken, dan is soms het ontbreken daarvan eerder een deugd dan een ondeugd. “De beste filosofen zijn”, volgens Baggini, “zij, die bereid zijn om niet alleen hun eigen bekwaamheden ter discussie te stellen, maar ook de waarde van de filosofie zelf”.
_______________________________
Kees Boukema is sinds decennia student van Vedanta en andere filosofische systemen. Hij heeft divers bijgedragen aan het veld van hoger denken. Hij heeft belangrijke artikelen en boeken geschreven en vertaald. Het nieuwste boek van Dhr Kees Boukema is, De Beoefening van Meditatie.
_______________________________________________________
Koan van Katsumoto
[final]
Paulo JS Bittencourt
Professor aan UFFS – Campus Erechim
Vechtsportbeoefenaars die zich wijden aan het leren “met waardigheid toe te slaan” brengen waardevol “inzicht” met zich mee. Op kleinere schaal weerspiegelen ze misschien dezelfde geest van de volledige Bushido-ervaring met de dood in het vooruitzicht. Het is de moeite waard om hier te verwijzen naar de scène waarin Nathan Algren, in “The Last Samurai”, in het gevecht met de “bokken”, het houten zwaard dat wordt gebruikt bij kenjutsu-training, wordt neergeslagen door opeenvolgende slagen van de samoerai Sanada, maar staat erop om op te staan, zelfs als hij wordt geteisterd door pijn en uitputting. Hij handelt ook op een vergelijkbare manier als Gandhi, in Zuid-Afrika, toen hij met aandrang werd aangevallen door de racistische politie tijdens het protest tegen het verbranden van segregationistische passen voor het openbaar vervoer, zonder echter na te laten de aanvaller ongehoorzaam te zijn. Dit zijn allemaal gevallen waarin op je voeten landen, zelfs ondanks de onvermijdelijke val van de hemel, een daad van vreedzaam verzet werd.
Maar het cijfer dat ik echt wil benadrukken, wordt niet direct verklaard door de woorden van Katsumoto.
Al op het veld van de noodlottige strijd tegen de keizerlijke strijdkrachten die zou leiden tot de dood van de samoerai en zijn strijders, reikt Katsumoto, stervend aan de wonden die hij opliep, naar zijn zwaard om zichzelf van het leven te beroven. Algren wil hem tegenhouden, maar Katsumoto antwoordt: ‘Je hebt weer je eer. Laat mij sterven met de mijne.” Algren accepteert het onvermijdelijke en neemt het samoeraizwaard van Katsumoto over om hem te helpen zelfmoord te plegen die zijn eer zal herstellen: ‘Ben je er klaar voor? Ik zal onze gesprekken missen.” Door de klap die beiden, oog in oog, gezamenlijk hebben toegebracht, sterft Katsumoto terwijl hij Algren omhelst. De eenvoudige aanwezigheid die de dood ondersteunt in liefdevolle stilte, die daardoor minder eenzaam zal zijn, lijkt een geschenk waar we weinig aandacht aan besteden. De scène is ongelooflijk gevoelig.
Dan ziet Katsumoto, stervend, de kersenbloesems weggeblazen door de wind, wanneer hij zijn laatste woorden uitspreekt: “Perfect! Ze zijn allemaal perfect!”
Het is daarom de laatste regel van zijn gedicht, dat, geschreven met zijn eigen dood, naar voren kwam als de oplossing van een ‘koan’. De “koan” bestaat uit een formulering die door meesters aan hun discipelen wordt gepresenteerd, zodat zij de logische geest kunnen overstijgen en zo de essentie van Boeddha’s leringen kunnen doordringen. Een typisch voorbeeld van een “koan” is de formule “Als twee handen klappen, maken we geluid. Hoe klinkt een enkele hand? De Rinzai (of ‘abrupte’) School van de Zen-traditie gebruikt de ‘Koan’-methode als basis van haar praktijken. In periodieke formele interviewsessies, genaamd ‘sanzen’, wordt aan discipelen gevraagd hun visie uit te leggen op de ‘koan’ die ze proberen op te lossen. Het oplossen van een ‘koan’ vergt lange perioden van intense concentratie en, in veel gevallen, een heel leven, en leidt de aspirant tot het plotselinge ‘inzicht’ van ‘satori’, de onmiddellijke ervaring van de aard van Boeddha en alle dingen.
Ik beweer, ik herhaal, dat Katsumoto’s ‘koan’, metaforisch of letterlijk, zijn eigen onvolledige gedicht was, uiteengezet in de eerste scène waarop ik zinspeelde. Als dat zo is, dan was de laatste regel de oplossing ervan, gerealiseerd in Katsumoto’s eigen ‘leven-dood’ voorbij alle dualiteit. Hier werd het waardige leven een waardige dood, en de waardige dood werd een waardig leven. Terwijl Boethius en March Bloch ons in de langzame pijn van het wachten op hun executies op nobele wijze ware intellectuele testamenten hebben nagelaten – respectievelijk de klassiekers ‘De troost van de filosofie’ en ‘Apologie voor de geschiedenis’ – heeft Katsumoto dit volledig uitgedrukt, door de beknopte vorm en de intuïtieve die de Japanse poëzie heeft ingewijd, de vernietigende flits van ‘satori’, verlichting. Poëzie is dus gecomponeerd in de belichaming van het verlichte leven dat verlangt naar de dood. De samurai stierf toen zoals hij leefde, en de cirkel van de Weg van de Krijger was voltooid.
Zoals het Chinese karakter “Nameless” (Jet Li) in de film “Hero” (2002) een glimp opvangt van het ideaal van de vreedzame krijger en de onderlinge afhankelijkheid van alles wat bestaat in de kalligrafie op het zand van het woord “Tanxia” (“ All under the sky” of “Our Earth”), bevat Katsumoto’s Bushido de perfectie van kersenbloesems in zich. De dualiteit die vroeger ten grondslag lag aan de vergeefse zoektocht naar de meest volmaakte bloei, in onderscheid van anderen, wordt ondergebracht in de eenheid van hen allen.
“Perfect! Ze zijn allemaal perfect!”
Professor Paulo Bittencourt is een briljante professor in oude en middeleeuwse geschiedenis aan de Universidade Federal da Fronteira Sul UFFS [Erechim Campus], Brazilië. Hij schrijft regelmatig artikelen en is tevens columnist in tijdschriften. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan. Hij is een fervent student van Vedanta.
___________________________________________________________________________________________
.
Perfectionisme
De lat hoog leggen, maximaal willen presteren, willen excelleren, hoge eisen hebben, de beste, liefste, slimste, mooiste of grappigste moeten zijn: wie perfectionist is, zal dit bekend voorkomen. Perfectionisme betekent het volmaakte nastreven, het letterlijk perfect willen doen.
Verschil mannen en vrouwen
Perfectionistische mensen gaan dus nooit voor een zesje en bij een acht staan ze ook niet echt te juichen. Een tien moet het zijn, met minder zijn ze niet 100 procent tevreden. Ze zijn veeleisend en streng, met name voor zichzelf.
Hierin zit overigens wel een verschil tussen mannen en vrouwen, zo blijkt uit onderzoek: vrouwen stellen voornamelijk hoge eisen aan zichzelf, mannen doen dat vooral (ook) aan de mensen om zich heen.
Kwaliteit
Kenmerkend van perfectionisten is verder dat ze hun eigen perfectionisme als een goede eigenschap zien, als een kwaliteit. Ze moeten er dan ook niet aan denken om er eens (een beetje) met de pet naar te gooien.
Kenmerken van perfectionisme
Sterke kanten van perfectionistisch gedrag:
gedisciplineerd;
grote gedrevenheid;
ijverig;
zeer nauwkeurig;
hoog moraal;
ambitieus;
groot verantwoordelijkheidsgevoel.
Zwakke kanten van perfectionistisch gedrag:
slecht tegen fouten kunnen;
hoog stressniveau;
moeite met delegeren;
dingen die anderen al hebben gedaan nog eens overdoen;
focussen op wat minder goed lukt;
niet echt genieten van successen;
moeite hebben met besluiten dat iets ‘af’ is, daardoor langzaam;
kritisch op zichzelf en anderen;
mislukkingen moeilijk kunnen loslaten;
oordelend;
grote competitiedrang;
faalangst.
Is perfectionisme ongezond?
Risico’s
Sommige psychologen menen dat perfectionisme altijd ongezond is. En perfectionisten kampen inderdaad meer dan gemiddeld met angsten, stress, burn-out en depressies, omdat ze nooit echt tevreden over zichzelf zijn. Ze lopen zelfs een hoger risico op verslaving en suïcide.
Een perfectionist is lastig voor zichzelf, maar ook voor zijn omgeving. Vooral als je met iemand moet samenwerken die alles perfect wil doen en moeilijk met minder genoegen kan nemen. Een belangrijke valkuil is dat perfectionisme soms leidt tot enorme faalangst, waardoor iemand helemaal niets meer durft aan te pakken.
Voordelen
Maar perfectionisme heeft ook voordelen. Je móet waarschijnlijk wel perfectionistisch zijn als je topsporter, klassiek musicus, hartchirurg, boekhouder, secretaris, softwareontwikkelaar of topadvocaat bent. Als dit soort mensen niet naar perfectie streven, lopen we niet alleen veel mis, maar gáát er ook veel mis.
Positief perfectionistisch gedrag is fouten en kritiek zien als iets waarvan je kunt leren. Ook moet je weten wat het hoogst haalbare is en wanneer je dus moet stoppen met perfectioneren. Daarnaast realiseert een gezonde perfectionist zich dat het onmogelijk is om op alle gebieden perfectionistisch te zijn.
Twee soorten
Hiermee samenhangend onderscheidt Joachim Stoeber, professor in de psychologie aan de universiteit van Kent, twee soorten perfectionisme:
niet-aangepast (maladaptief) perfectionisme
Een niet-aangepaste perfectionist wil de top bereiken, maar wordt voortdurend gekweld door de angst om te falen.
aangepast (adaptief) perfectionisme
Een aangepaste perfectionist wil ook hoge doelen bereiken, maar is niet uit het veld geslagen als dit niet lukt.
Oorzaken van perfectionisme
Wat is de oorzaak van perfectionisme? Het is voor een deel aangeboren, een kwestie van karakter. Maar ook de sociale omgeving is van invloed. Als ouders er flink bovenop zitten – de zogenaamde helikopterouders – en hoge verwachtingen hebben, maakt dat de kans een stuk groter dat hun kind perfectionistische trekjes krijgt.
Sociaal perfectionisme
Daarnaast speelt de maatschappij waarin we leven een belangrijke rol. Competitie is in de westerse wereld de norm. De druk om te presteren is groot en wordt alleen maar groter. Dit leidt tot sociaal perfectionisme.
Met name de zogenaamde millennials en post-millenials hebben hiermee te maken. Al op de lagere school moeten ze meerdere Cito-toetsen doen. En sinds de afschaffing van de studiebeurs, worden ze letterlijk afgerekend op hun prestaties. Niet voor niets krijgen jongeren steeds vaker een burn-out. Maar ook wie veertig is of ouder is, gaat meer dan vroeger gebukt onder prestatiedruk.
Perfect plaatje
De perfecte levens die we op sociale mediakrijgen voorgeschoteld doen nog een extra duit in het zakje. We kiezen de mooiste foto’s van onszelf uit, gooien daar nog een filtertje overheen en jokken erop los over hoe fantastisch ons leven wel niet is.
Rimpels, vetrolletjes en mislukkingen kunnen echt niet meer: perfectie is de norm. Niet voor niets zijn botox, fillers en cosmetische ingrepen heel normaal geworden. We zien ons leven en zeker ook ons uiterlijk als maakbaar en tolereren imperfectie steeds minder.
Perfectionisme loslaten
Perfectionisme is niet zeker alleen maar negatief. Maar als je faalangst ontwikkelt door de hoge eisen die je aan jezelf stelt of zelfs helemaal ergens niet aan begint, dan is het tijd om er iets aan te doen.
En trouwens ook als je regelmatig signalen krijgt dat mensen je te kritisch vinden en het gevoel hebben op hun tenen te moeten lopen.
Zelfcompassie
Een manier om perfectionisme wat meer te leren loslaten, is jezelf af en toe bewust door de ogen van een ander te bekijken. Hoe zou een goede vriend of een vriendelijke vreemde je zien?
Schrijf bijvoorbeeld je gevoelens en gedachten op en bedenk daarna bij het lezen welke aardige adviezen je de schrijver zou geven. Dit leidt tot meer zelfcompassie: je geeft jezelf dezelfde zorg en steun als je een goede vriend zou geven.
Contributie: Francis van Schaik
Francis van Schaik is een coach van jongeren en ook een student van menselijke relaties met de natuur, de wereld en de Waarheid. Ze levert regelmatig bijdragen aan ons online magazine. Francis is de bijdragende redacteur van deze pagina: Ik Ben.. – Home (kindercoaching-ikben.nl
Voor de Huishouder
Swami Saradananda
De Guru Gita zegt: “Als God ontevreden is met een persoon, kan hij God opnieuw behagen door toewijding aan de goeroe, maar als de goeroe ontevreden is, kan niemand die persoon helpen om de vreselijke duisternis van maya te overstijgen. Om deze reden zei Sri Ramakrishna tegen zijn verwesterde jonge discipelen (wijzend naar zijn eigen lichaam): “Kijk! Dit lichaam is slechts een geval, en terwijl hij het vasthoudt, onderwijst de altijd bewuste gelukzalige Moeder mensen. Daarom zullen degenen die naar mij toe komen mij aanraken en mij dienen, zullen geïnspireerd worden en zullen God snel realiseren. Maar dien mij met speciale liefde en zorg.
Als je mij geen respect toont, zal ik niet boos op je zijn. Maar de Moeder die in mij is, als ze wordt verwaarloosd, sist naar je, je zult lijden. Eens was een bohemien toegewijde van Sri Ramakrishna walgelijk van zijn schandelijke leven. Hij kon zijn pijn en mentale wanhoop niet verdragen, dus vertrok hij. Hij liet zijn spanning los door beledigende woorden over de Meester te zeggen. Toen Sri Ramakrishna hiervan hoorde, maakte hij zich zorgen over de toegewijde en zei liefdevol: “Laat hem maar tegen mij zeggen wat hij wil. Heeft hij iets tegen de persoon in mij gezegd? Ik hoop dat hij die beledigende woorden niet tegen mijn gezegende moeder heeft gezegd.
Wij denken dat we erg zwak zijn, en dat is een groot gebrek in ons. Hoe meer we op deze manier denken, hoe zwakker we worden!!!
Zo’n houding is net zo schadelijk als trots. Beide zijn belemmeringen voor echte vooruitgang en moeten worden vermeden!!! Dit is wat Sri Ramakrishna placht te zeggen. Eens werd de Heilige Bijbel aan hem voorgelezen. Vanaf het begin werd er verwezen naar de leer van de zonde. Nadat hij er een beetje naar had geluisterd en had ontdekt dat het alleen maar over zonde sprak, weigerde hij er nog naar te luisteren. Hij placht te zeggen: “Net als in het geval van een slangenbeet, als de patiënt ervan overtuigd kan worden dat er helemaal geen gif in zit, zal hij in orde zijn. Op dezelfde manier, als iemand constant denkt, “Ik heb de naam van de Heer aangeroepen, dus ik ben zondeloos,” wordt hij zuiver.’
Hoe meer we ideeën opgeven zoals ik ben zondig, ‘ik ben zwak,’ hoe beter voor ons. Almachtige God woont in de mens. Wij zijn een deel van God. Wij zijn Zijn kinderen. Hoe kunnen wij zwak zijn? Onze kracht komt van Hem. Wij kunnen nooit zwak zijn. Dus de grootste zonde is om jezelf zwak en zondig te vinden!!!
Is het mogelijk om de Waarheid te realiseren terwijl je het leven van een huishouder leidt?
Veel mensen denken dat wanneer iemand trouwt en een gezin sticht, het bijna onmogelijk is om zelfbeheersing te oefenen. Dat is volkomen verkeerd. Wat weerhoudt een huishouder ervan om zijn zintuigen te beheersen? Sri Ramakrishna zei altijd: ‘Maak je geest en spraak één en je zult alles bereiken.’
Beperk het (spirituele oefening) niet om de zintuigen te beheersen. Vele andere uitstekende kwaliteiten zullen zich in je leven manifesteren. ”
Sri Ramakrishna zei altijd dat al zijn spirituele prestaties ten behoeve van anderen waren. Als mensen 1/16e van wat hij deed zouden doen, zouden ze gezegend zijn. Daarom nam hij de verantwoordelijkheden van het huwelijksleven op zich en belichaamde het nobele ideaal van een huishouder.
Mevrouw Mary Saaleman brengt u deze artikelen uit verschillende bronnen. Dit is haar vertaling van een stuk uit het boek Sri Ramakrishna as we Saw Him. Mary Saaleman is al vele jaren een student van Vedanta.
_______________________________________________________
Materie en Geluid
Materie bestaat in verschillende vormen van elkaar. Het is dus een grove materie die wordt begrepen van een subtiele [tanmatra], die niet wordt begrepen door de vorm van andere zintuigen, maar mentaal wordt begrepen door de yogi. Er zijn ondergrondse objecten die kunnen worden door de zintuigen van de geest door iemand die krachten bezit. Deze krachten zijn slechts uitbreidingen van het normale vermogen. De 100-inch telescoop op Mt Wilson onthulde, zo wordt gezegd, een achtste van de ruimte, en de 200-inch telescoop op Mt Palomar onthulde een kwart van de waarneembare ruimte. signalen we onze instrumenten verbeteren, zien we meer, maar voorbij een vastgesteld punt vindt de waarneming niet plaats via de zintuigen, maar via de geest. Alles kan onzichtbaar zijn door de geest, namens het opperste Zelf van Atman. Dit is op zichzelf nooit een object, omdat het voorbij de geest en spraak is. De ervaring van objecten wordt telkens subtieler totdat de staat van Opperste Ervaring wordt bereikt wanneer er noch onderwerp, noch object is. Geest en spraak kunnen er alleen maar naar kenmerken.
Geluid bestaat alleen waar beweging of trilling is. Als er geen trilling is, is er geen geluid, en als er geen geluid is, kan er geen trilling zijn. De opperste Brahman voorbij eigenschappen en activiteit is voorbij geluid, maar Ishvara [Brahman met Kracht] is Shabda-Brahman van het Opperste Geluid. Dit is het causale lichaam van geluid: shabda-tanmatra of het principe van geluid is het krachtige lichaam van geluid, en akasha is het grove lichaam van geluid [alleen door het medium van lucht, de geluidsgolven waarin het oor raakt.] Wanneer de geest verbonden is, wordt de sensatie van geluid ervaren.
Shabda-tanmatra van het principe van geluid is puur natuurlijk geluid zoals geïntegreerd door Hiranyagarbha en door yogi’s die de ervaring van Hiranyagarbha delen.
Swami Ghanananda