Spirituele Leringen
Swami Yatiswarananda
We zouden een zekere mate van controle en onderscheidingsvermogen moeten oefenen met betrekking tot het voedsel dat we tot ons nemen, maar zolang we in het lichaam zijn, moet het lichaam goed verzorgd en gevoed worden om het een geschikt instrument te houden voor de realisatie van het Goddelijke en voor het werk van het Goddelijke. Eens werd een koning gevraagd een goed leven te leiden, maar toen hij dat probeerde, vond hij het natuurlijk erg moeilijk en werd hem gevraagd ook een beetje voedselbeheersing te oefenen. Maar hij ontdekte dat de heilige man die hem al deze instructies gaf, erg heet voedsel tot zich nam. “Hoe is het mogelijk dat je al dit hete voedsel eet en tegelijkertijd je mentale evenwicht behoudt?”, vroeg de koning. De heilige man antwoordde: “Ik heb altijd de gedachte aan de dood voor me en dat is wat een grote invloed op me uitoefent.”
Er is veel meer lichaamsbewustzijn bij iemand die ziek of zwak is dan bij iemand die volkomen gezond en normaal is. En we moeten ervoor zorgen dat ons lichaamsbewustzijn tot een minimum wordt beperkt als we goede vooruitgang willen boeken in ons spirituele leven.
Te veel activiteit is erg gevaarlijk, omdat het meestal de doelloze activiteit van de aap wordt. Waarvoor? Niemand weet het. Dit soort activiteit is gewoon rusteloosheid en niets meer. Maar dan vind je een vorm van overgave, zogenaamde overgave, die niets meer is dan inertheid, luiheid, lethargie. En dit is net zo erg als doelloze activiteit.
De meeste mensen zijn zo actief, omdat ze vreselijk bang zijn om aan zichzelf overgelaten te worden. Ze werken en werken en werken en gaan naar de bioscoop en feesten en theaters, lezen stapels en stapels boeken. Waarvoor? Gewoon om zichzelf bezig te houden, gewoon om hun gedachten van zichzelf af te leiden. De ware aspirant zou altijd moeten proberen beide te combineren: activiteit van de juiste soort en overgave.
