Inspiration

    Swami Premananda’s memories of Sri Ramakrishna

     

    SWAMI PREMANANDA

     

    Swami Premananda (1861-1918) met Sri Ramakrishna in 1882 and became his monastic disciple, living with the Master and serving him. His sister was married to Balaram Basu, a great householder disciple of the Master. The Master considered Swami Premananda to belong to the class of the Ishwarakotis (great souls) and said that he was pure to the very marrow. In the later days, the Swami was one of the trusties of the Ramakrishna Math and Mission and was the manager of the Ramakrishna Monastery in Belur.

    DAYS WITH SRI RAMAKRISHNA

    Swami Brahmananda and I went to Hathkhola ghat (in West Calcutta) to take the boat to Dakshineswar, and there we met Ramdayal Babu. When we heard that he would also see Sri Ramakrishna, we boarded the boat together. It was almost dusk when we reached the Kali temple of Rani Rasmani. We went to the Master’s room and were told that he had gone to the temple to worship the Mother of the Universe. Swami Premananda asked us to stay there and went to the Mother’s temple to look for the Master. Soon I saw him holding the Master very carefully and leading him saying, “Step. Go up here, down here.” I had already heard that the Master would often become overwhelmed with ecstasy and lose outward consciousness. That’s why I knew he was in an ecstatic mood when I saw him coming, staggering like a drunken man. In that condition he entered the room and sat down on the small wooden bed. Shortly after, he regained consciousness and asked a few questions about myself and my relationships. He then began to examine the features of my face, hands, feet, and the like. For a while he held my forearm in his hand, to feel the weight, and then he said, “Okay.” He only knew what he meant by that. Then he asked Ramdayal Babu about Narendra’s health. When he heard that he was well, the Master said: “It has been a long time since he came here. I want to see him. Please ask him to come some time.”

    A few hours were spent in delightful religious conversation. At ten o’clock in the evening we ate our supper, and lay down on the southeast veranda in the Master’s room. But barely an hour passed, the Master came out of his room with his clothes on his arn and came to our bed. He turned to Ramdayal Babu and lovingly asked, “Are you sleeping?” We both sat up in our beds and replied, “No, sir.”

    The Master said, “Look. I haven’t seen Narendra for a long time and I feel like my whole soul is being wrung by force like a wet towel. Please ask him to come and see me sometime. He is a person with pure sattva qualities He is Narendra himself I can’t have peace of mind if I don’t see him now and then.

    Ramdayal Babu had been visiting Dakshinueswar for some time so the Master’s boyish character was not unknown to him. Seeing the childish behavior, he knew the Master was in ecstasy. He tried to reassure the Master by promising that he would first see Narendra in the morning and ask him to come, and other similar things. But the Master’s mood was not at all lit that night. Knowing that we were not getting any rest, he went back to his room and came back every now and then.

    But after a while he would forget and come back to us again to speak of Narendra’s good qualities, pathetically expressing the terrible fear of his mind because of Narendra’s. long absence.

    Seeing that terrible sense of separation from him, I was amazed and thought, “How wonderful is his love! And how hard-hearted must be that person for whom his desire is so devastating and his behavior so touching!” this way. In the morning we went to the temple and offered our obeisances to the Divine Mother. Then bowing down to the feet of the Master = pranam , we said goodbye to him and returned to Calcutta.

    Three or four days after my first visit to the Master, I saw Ramdayal Babu in Baghbazar (in North Calcutta) and he said, “The Master wants to see you. Please visit him.” Astonished, I asked, “Why did he call me? “I didn’t realize at the time how compassionate the Mester was.

    I went to Dakshineswar again and as soon as I arrived, the Master lovingly asked me for some firewood. to carry the Panchavati grove.

    That day the Master arranged a picnic there. Thus the Master has trained us by giving us some responsibilities.

    My mother would not allow me to stay in our village house (Antpur) for very long, even during holidays, for fear that I would mix with bad boys and be ruined.

     

    But she would cry if I left the house to return to Calcutta.

    The Master also wept every time I left Dakshineswar to return to Calcutta. Oh, how can I explain to you how much he loved us!

     


    SWAMI PREMANANDA OVER SRI RAMAKRISHNA

     

    Swami Premananda ( 1861 – 1918 ) ontmoette Sri Ramakrishna in 1882 en werd zijn monastieke leerling, woonde bij de Meester en diende hem. Zijn zuster was getrouwd met Balaram Basu, een groot gezinshoofd discipel van de Meester. De Meester beschouwde Swami Premananda als iemand die tot de klasse van de Ishwarakotis ( grote zielen ) behoorde en zei dat hij zuiver was tot in zijn merg. In de latere dagen was de Swami een van de trusties van de Ramakrishna Math en Mission en was de manager van het Ramakrishna – klooster in Belur.

    DAGEN MET SRI RAMAKRISHNA

    Swami Brahmananda en ik gingen naar Hathkhola ghat ( in West Calcutta ) om de boot te nemen naar Dakshineswar, en daar ontmoette we Ramdayal Babu. Toen we hoorden dat. hij ook Sri Ramakrishna zou zien , stapten we samen in de boot.  Het was bijna schemering toen we de Kali tempel van Rani Rasmani bereikten. We gingen naar de. kamer van de Meester en kregen te horen dat hij naar de tempel was gegaan om de Moeder van het Universum te eren.  Swami Premananda vroeg ons daar te blijven en ging naar de tempel van de Moeder om de Meester te zoeken. Al snel zag ik hem de Meester heel voorzichtig vasthouden en hem leiden zeggende : ” Treden .  Ga hier naar boven, hier naar beneden.”  Ik had al gehoord dat de Meester vaak overweldigd zou raken door exstase en uiterlijk bewustzijn zou verliezen. Daarom wist ik dat hij in een exstatische  bui was toen ik hem zag aankomen, wankelend als een dronken man.  In die toestand kwam hij de kamer binnen  en ging op het kleine houten kot ( bed ) zitten. Kort daarna kwam hij weer bij bewustzijn en stelde een paar vragen over mezelf en mijn relaties.  Hij begon toen de trekken van mijn gezicht, handen, voeten en dergelijke te onderzoeken.   Enige tijd hield hij mijn onderarrm in zijn hand , om het gewicht te voelen, en toen zei hij, ” Goed. ”  Hij alleen wist wat hij daaronder verstond.  Daarna vroeg hij Ramdayal Babu naar Narendra’ s gezondheid.  Toen hij hoorde dat het goed met hem ging, zei de Meester : ” Het is lang geleden dat hij hier kwam. Ik wil hem zien. Vraag hem alsjeblieft om een keer te komen. ”

    Een paar uren werden doorgebracht in verrukkelijke religieuze gesprekken. Om tien uur in de avond aten we ons avondeten, en legden ons ten ruste op de zuidoostelijke veranda in de kamer van de Meester.  Maar nauwelijks een uur verstreken kwam de Meester uit zijn kamer met zijn kleding  om zijn arn en kwam naar ons bed toe.  Hij richtte zich tot Ramdayal Babu en vroeg liefdevol: ” Ben je aan het slapen?”  We gingen allebei rechtop in onze bedden zitten en antwoordden: ” Nee , meneer. ”

    De Meester zei: ” Kijk .  Ik heb Narendra lange tijd niet gezien en ik heb het gevoel alsof mijn hele ziel met geweld als een natte handdoek wordt uitgewrongen.   Alsjeblieft  vraag hem om een keer te komen en me te zien.  Hij is een persoon met pure sattva kwaliteiten.  Hij is Narendra  zelf. Ik kan geen gemoedsrust hebben als ik hem niet af en toe zie.

    Ramdayal Babu had Dakshinueswar al enige tijd bezocht dus het jongensachtige karakter van de Meester was hem niet onbekend. Toen hij het kinderlijke gedrag zag , wist hij dat de Meester in exstase was.   Hij probeerde de Meester gerust te stellen door te beloven dat hij Narendra allereerst in de morgen zou zien en hem zou vragen om te komen, en soortgelijke andere dingen.  Maar de stemming van de Meester was die nacht helemaal niet verlicht. Wetende dat we geen rust kregen , ging hij terug naar zijn kamer en kwam af en toe terug.

    Maar na een tijdje zou hij het vergeten en weer bij ons terugkomen om te spreken over Narendra’ s goede kwaliteiten, terwijl hij op pathtische wijze  de vreselijke angst van zijn geest uitdrukte vanwege Narendra’ s. lange afwezigheid.

    Toen ik dat vreselijke gevoel van scheiding van hem zag, was ik verbaasd en dacht: ”  Hoe geweldig is zijn liefde!  En hoe hard van hart moet die persoon zijn naar wie zijn verlangen zo verwoestend en zijn gedrag zo aandoenlijk! ” De nacht verliep op deze manier.  In de morgen gingen we naar de tempel en brachten onze eerbetuigingen aan de Goddelijke Moeder.  Toen, neerbuigend naar de voeten van de Meester = pranam , namen we afscheid van hem en keerden terug naar Calcutta.

    Drie of vier dagen na mijn eerste bezoek aan de Meester  , zag ik Ramdayal Babu in Baghbazar ( in Noord Calcutta )  en hij zei: ” De Meester wil je zien.  Bezoek hem alsjeblieft. ”  Verbaasd , vroeg ik: ” Waarom heeft hij mij geroepen? ”  Ik realizeerde me toen niet hoe meelevend de Mester was.

    Ik ging opnieuw naar Dakshineswar en zodra ik aankwam , vroeg de Meester me liefdevol om wat brandhout naar. het Panchavati- bosje te dragen.

    Die dag regelde de Meester daar een picknic. Zo heeft de Meester ons opgeleid door ons enkele verantwoordelijkheden te geven.

    Mijn moeder zou niet toestaan dat ik erg lang in ons dorpshuis ( Antpur) zou blijven, zelfs niet tijdens vakanties, uit angst dat ik me zou mengen met slechte jongens en geruineerd zou worden.

    Maar ze zou huilen als ik het huis verliet om naar Calcutta terug te keren.

    De Meester huilde ook telkens als ik Dakshineswar verliet om naar Calcutta terug te keren.  O, hoe kan ik je uitleggen hoeveel hij van ons hield!

     

     

    Uitgegeven en vertaalt , en met een biografische introductie, door Swami Chetanananda.
    Advaita Ashrama , Kolkata

    Mary Saaleman

    is a Vedantist since three decades. Her life is Mother, Ramakrishna and Swamiji. She is a student of the lives of the Master,  Mother and Swamiji and the Gospel of Sri Ramakrishna.

    is een vedantist sinds drie decennia. Haar leven is Moeder, Ramakrishna en Swamiji. Ze bestudeert de levens van de Meester, Moeder en Swamiji en het evangelie van Sri Ramakrishna.

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *