Ramakrishna en Turiyananda
Gewildige Leraar, Gewildige Student
Toen ik begin twintig was, was ik een extreem Vedantist. Mijn enige ideaal in die tijd was om nirvana te bereiken. Dat vond ik het hoogste doel. Maar Sri Ramakrishna schold me uit en gaf me een ander ideaal. Hij wees erop dat het pad van kennis niet mijn weg was. In plaats daarvan maakte hij van mij een toegewijde. Ik herinner me nog goed hoe de Meester me disciplineerde.
Ik beschouwde mezelf als een volgeling van het pad van kennis en bestudeerde de Schriften, denkend: ” Ik zal onmiddellijk samadhi ( vereniging met God) bereiken.” Nadat ik naar Sri Ramakrishna kwam, leerde ik wat spirituele realisatie en samadhi betekenden. Sri Ramakrishna voorbeeld loste alle problemen van mijn leven op. Ik heb geen probleem meer om op te lossen.
Toen ik in het westen was, keek ik, wanneer iemand mij een vraag stelde naar de persoon en zag zijn probleem en het antwoord zou onmiddellijk in me opkomen. ” Wees een toegewijde, maar wees geen dwaas!” Men moet ten alle tijde alert zijn. Sri Ramakrishna zei altijd: ” Kijk naar me! De Goddelijke Moeder heeft me in zo’n staat gebracht, dat ik nauwelijks kleding aan deze plaats kan houden, toch vergeet ik niets. De Meester zei ons: ” Hij die onvoorzichtig is , is een dwaas.” (Sri Ramakrishna zei in plaats van mijn fysieke lichaam: ” deze plaats”)
Sri Ramakrishna berispte iedereen die onvoorzichtig was. Onvoorzichtigheid is een karakterfout. De Meester was nooit traag in zijn adviezen, maar tegelijkertijd hield hij niet van haast of drukte. Mens zijn is alert zijn, bewust. Als iemand het bewustzijn moet verliezen, moet hij dat met volledig bewustzijn (in samadhi) doen —–zoals Sri Ramakrishna. De Meester verloor het externe bewustzijn in extase wanneer iemand een devotioneel lied zong. Maar zelfs een kleine fout in de muziek zou hem pijn doen en hem terugbrengen naar het gewone bewustzijn.
De Meester onderwees sommigen in verschillende soorten sadhana (spirituele disciplines). Tegen mij zei hij echter alleen meditatie en japam te beoefenen. Maar hij zei mij om middernacht te mediteren en helemaal naakt. De Meester was nooit tevreden met alleen maar onderwijzen. Hij observeerde scherp elke leerling, om te zien hoe goed zijn instructies werden uitgevoerd.
Een paar dagen nadat hij mij de specifieke instructie had gegeven, vroeg hij mij, ” Wel, mediteer je zonder kleding middernacht?” ” Ja, meneer, dat doe ik,” antwoordde ik. ” Hoe voel je je? ” Meneer, ik voel me alsof ik vrij ben van alle gebondenheid.” “Ja , ga door met oefenen. Je zult er veel profijt van hebben.” Bij een andere gelegenheid vertelde hij me dat sadhana niets anders was dan de geest en de spraak een maken.
In die dagen bestudeerde ik intensief de Vedanta van Shankara. De Meester zei tegen mij: ” Wel wat heeft voor zin om alleen te zeggen dat de wereld onwaar is? Naren kan dat zeggen.
Want als hij dat zegt dat de wereld onwerkelijk is, wordt het direct onwerkelijk. Als hij zegt ‘ er is geen doornachtige plant voor hem; de doornachtige plant kan zijn lichaam niet aantasten.
Maar als jij je hand op de doornen legt, voel je direct hun prikken.”
In de begindagen oefende ik een tijdlang ernstig een spirituele stemming. Eens oefende ik met grote intensiteit de stemming om het instrument van de Heer te zijn: ” Ik ben de machine en Hij is de operator.” Hij zou zorgvuldig opletten of iedere gedachte en actie van mij geinspireerd waren en gevuld met die stemming. Ik oefende dit voor enkele dagen. Daarna oefende ik ” Ik ben Brahman” voor een tijdje.
Wat we weten, moeten we minstens een keer in de praktijk brengen. Maar Sri Ramakrishna oefende alles drie keer. Door te oefenen komt er nieuwe kennis. DOE IETS. OEFEN! Gebondenheid en vrijheid vertoeven beiden in de geest. Atman gaat verder dan de geest.
presenteert door
Mary Saaleman

Mary Saaleman
is a Vedantist since three decades. She studies Mother, Ramakrishna and Swamiji., and concentrates on the Gospel of Sri Ramakrishna.
is een vedantist sinds drie decennia. Ze bestudeert de levens van de Meester, Moeder en Swamiji en het evangelie van Sri Ramakrishna.