Dagen in Dakshineswar

     

    Ramakrishna en zijn Discipel

    Welke slechte neigingen men ook heeft, men zal zeker verbeteren in heilig gezelschap. Als je naar een parfumerie gaat, komt de geur de neusgaten binnen, of je nu wilt niet. Toch zijn mensen niet geneigd om zich te associeren met heilige personen, en weinigen hebben de capaciteit om dat te doen. Sri Ramakrishna zou praten en ik en de toegewijde zouden luisteren, maar hun metgezellen zouden fluisteren: ” Nou laten we gaan. Hoe lang ga je luisteren?” De toegewijde zouden natuurlijk niet geneigd zijn om te vertrekken, dus zeiden de vrienden geërgerd: ” Jij blijft hier. We zullen in de boot wachten.” Sri Ramakrishna zou dit mooi omschrijven!

    Er kwam eens een zanger op bezoek bij Sri Ramakrishna . Hij zong lied na lied over Shiva. De Meester ging in samadhi  bij het horen van het allereerste lied en bleef daar lange tijd in. Toen we hem zo geabsorbeerd zagen, dachten we dat we de zanger moesten vragen te stoppen. Plotseling kwam de Meester op het normale niveau en zei tegen de zanger: ” Oh, ik kan er niet meer tegen! ” Zing liederen van de Goddelijke Moeder!” Terwijl de Meester naar liederen over de Moeder luisterde, keerde zijn geest terug naar het relatieve vlak. Later merkte hij op dat hij in een zeer hoge bewustzijnsstaat was geweest.

    Op een dag zag ik Sri Ramakrishna met een waaier zwaaien voor Moeder Kali in haar tempel. Hij zong:

    Ontwaak O Moeder!

    Lang heb je geslapen

    In uw oorspronkelijke verblijfplaats

    In de lotus van de Muladhara.

    Ontwaak, O Moeder!

    Voer uw eigen ware functie uit:

    Doorboor de zes centra van de geest

    En verenig uzelf met de grote God Shiva

    In de duizendbladige lotus

    In het centrum van de hersenen.

    Dus, Moeder, veeg mijn verdriet weg,

    Gij die het zuiverste bewustzijn bent.

     

    De Meester zei eens tegen Swamiji, ” Telkens wanneer je begint te zingen, wordt de Moeder wakker en luistert naar je liedje.”

    Ah, wat een schat aan humor vonden we in Sri Ramakrishna. Het was uniek. Op een dag zou Keshab Babu naar Dakshineswar komen. Nog voor de afgesproken tijd trok Sri Ramakrishna een rood omzoomd kledingstuk aan, bedekte zijn lichaam met een goede chadar en begon met zijn lippen karmozijn-rood  van de betel(noten), over de veranda van zijn kamer te ijsberen in afwachting van Keshab. Toen Keshab hem in die toestand zag, merkte hij op: ” Ah, vandaag heb je jezelf met buitengewone aandacht gekleed. Wat is er aan de hand?”

    ” Nou, vandaag moet ik Keshab charmeren!” antwoordde de Meester lachend.

    ” Daarom al dat verkleden en mooi maken!” Hierop begon Keshab te lachen.

    Swamiji was ook erg humoristisch. Maar zijn humor was niets vergeleken met die van Sri Ramakrishna, die voorheen een oorverdovend gelach veroorzaakte.

    Hij zou zeggen : ” Ik houd mensen in de juiste stemming door zo nu en dan seculiere onderwerpen te introduceren.

    ” Eens verwees een Brahmo toegewijde naar Keshab Chandra Sen en Pratap Majumdar, in hun aanwezigheid, en zei dat ze net als Gaurenga en Nityananda waren. Sri Ramakrishna was in de buurt. Keshab vroeg hem: ” Wat ben jij dan?”  Sri Ramakrishna antwoordde onmiddelijk: ” Ik ben het stof aan je voeten.” Hierop zei Keshab: ” Hij wordt nooit betrapt op een dutje.”

    ” Het was Sri Ramakrishna die de Brahmo’ s leerde op de juiste wijze te groeten. Het idee van het Moederschap van God was ook zijn bijdrage aan de Brahmo Samaj.

    De Heer is de beschermer van de nederige—–hun vriend en helper. Maar het is heel moeilijk om nederig te zijn. Nederigheid komt niet zolang er nog enig egoisme is. Sri Ramakrishna vertelde vaak over een vrouw die veegde. Haar werk is het laagste dat je je kunt voorstellen, maar als zij een ornament op doet, kent haar ijdelheid geen grenzen.

    Elk woord van de Meester was instinctief en droeg grote kracht.

    Hij greep als het ware de harten van de mensen, zogezegd.

    De Vedanta, die in sommige delen van India wordt beoefend, is nogal verwaterd. ‘ Ik ben Brahman’, zeggen ze, en ze gaan door met allerlei dingen doen alsof deze hen niet raken. Discriminatie is volgens hen geen teken van kennis.

     

    collected and presented by

    Mary Saaleman


    Mary Saaleman

    is a Vedantist since three decades. She dedicates herself to Mother, Ramakrishna and Swamiji. She is a student of the lives of the Master,  Mother and Swamiji and the Gospel of Sri Ramakrishna.

    is een vedantist sinds drie decennia. Haar leven is Moeder, Ramakrishna en Swamiji. Ze bestudeert de levens van de Meester, Moeder en Swamiji en het evangelie van Sri Ramakrishna.