Discipel van Ramakrishna

    Ramakrishna en zijn Discipel

    Op een keer hoorde ik een persoon ruzie maken vlak voor de Meester. Hij zei dat deze wereld echt is. Nadat de Meester naar hem had geluisterd, zei de Meester: ” Ram, waarom zeg je niet in eenvoudige woorden dat zelfs nu je het verlangen hebt om te genieten van de zure schotel van varkenspruim (de waardeloze pleziertjes van de wereld! ) Wat is de behoefte voor al deze ijdele argumenten?” Welk antwoord had krachtiger en onweerlegbaarder kunnen zijn? De waarheid is dat als iemand gehechtheden heeft, hij bang is om de wereld op te geven. Maar om deze houding te verbergen en je voor te stellen dat iemand God kan realiseren, zonder gehechtheden op te geven, duidt alleen maar op iemands natuurlijke innerlijke zwakheid.

    Waarheid is God. Onwaarheid is maya. Alles wordt bereikt door vast te houden aan de waarheid. Sri Ramakrishna beschimpte Pandit Shivanath en zei: ” Als jullie zulke verstandige mensen zijn, hoe kun je dan onwaarheid spreken? Je noemt mij krankzinnig, maar er ontsnapt nooit een onwaarheid aan mijn lippen!” Eens schopte een Kalighat-priester Sri Ramakrishna. Hij wist dat de priester gestraft zou worden, dus hij wilde het geheim houden. De Meester vroeg Hriday een belofte van hem te ontlokken, dat hij er met niemand over zou praten. Hriday maakte aanvankelijk bezwaar, maar de Meester liet hem drie keer de belofte van hem ontlokken, en toen zei hij:” Nu zal het nooit meer aan mijn lippen ontsnappen. Ter bescherming van de priester had hij zich aldus gezworen, het stilzwijgen in acht te nemen. Ter bescherming van de priester, legde hij zich aldus een gelofte af om hierover het stilzwijgen hierover in acht te nemen.

    Eens sloot de Meester een overeenkomst met Jadu Mallick, maar vergat het later helemaal, verdiept in gesprek met een aantal bezoekers. Tegen elf uur, toen hij op het punt stond zich klaar te maken voor de nacht, herinnerde hij het zich plotseling, onmiddellijk liet hij een lantaarn opsteken en ging vergezeld door Sri Brahmananda naar Jadu’s tuin. Toen hij de poort gesloten vond, zette hij een voet naar binnen en schreeuwde, “Hier, ik ben gekomen.”

    Sri Ramakrishna had alles opgegeven, maar hij kon de waarheid niet opgeven. Het is een enorme beproeving om je aan de waarheid te houden.

    De geest transcenderen is het intellect volledig manifesteren. Het is niet zo dat de geest helemaal wordt vernietigd, maar de geest die vroeger relaties had met de fenomenale wereld bestaat niet meer. Sri Ramakrishna zei altijd dat de zuivere geest en het zuivere Zelf een zijn. De geest wordt gezuiverd zodra zijn wereldse karakter wordt vernietigd. Een zuivere geest is dat welk, volledig gelovend in de eenheid van het Zelf, dezelfde Atman (Zelf) in iedereen ziet, en dienovereenkomstig met anderen omgaat. Sri Ramakrishna zei altijd:” Bekeert u eerst in goud. Dan kun je zelfs verblijven in een onreine plaats en toch goud blijven.”

    We moeten iedereen de onze maken. Hoe meer we God naderen, hoe meer openhartig, oprecht en genereus we worden. Onze Meester was de personificatie van argeloosheid en oprechtheid.

     

    collected and presented by

    Mary Saaleman


    Mary Saaleman

    is a Vedantist since three decades. She dedicates herself to Mother, Ramakrishna and Swamiji. She is a student of the lives of the Master,  Mother and Swamiji and the Gospel of Sri Ramakrishna.

    is een vedantist sinds drie decennia. Haar leven is Moeder, Ramakrishna en Swamiji. Ze bestudeert de levens van de Meester, Moeder en Swamiji en het evangelie van Sri Ramakrishna.