Hoe schaamte een krachtbron wordt
Als kind had ik een letterbak. Met poezenbeeldjes, piepkleine kop-en-schoteltjes en een kaboutertje met een rode puntmuts. Hoe kleuriger de beeldjes, hoe mooier ik ze vond.
Mijn letterbak was halfvol, dus vroeg ik voor mijn negende verjaardag ‘cadeautjes voor in de letterbak’. Mijn buurjongen gaf daaraan braaf gehoor. Hij kwam aanzetten met een piepklein pakje, strikje eromheen.
Ik pakte het uit en trof een houten blokje aan met daarin vier stalen gewichtjes van oplopende grootte. Geen kleur zat eraan. Lelijk vond ik het. Dus dat zei ik: ‘Wat lelijk!’ Waarop mijn moeder te midden van alle visite uitriep: ‘Schaam je!’ en me naar mijn kamer stuurde.
Daar lag ik dan in mijn eentje, languit snikkend op bed, op mijn eigen verjaardag. Toen ze me even later ophaalde, moest ik verplicht sorry zeggen. Want, zo zei mijn moeder, ‘je mag een gegeven paard niet in de bek kijken’.
Schaamte is wereldwijd een veelgebruikt opvoedingsinstrument. Op die manier ‘leren’ kinderen hoe het hoort, aan welke normen ze dienen te voldoen.
Als een kind in China bij de buurvrouw om snoep zeurt, zegt haar moeder ‘Xiu! Xiu! Xiu!’ (driewerf ‘Schaam je’). Daarbij krabt ze met haar vinger over haar voorhoofd, als symbool voor wat er gebeurt als je iets stouts doet: je gezicht raakt beschadigd.
Ook ik verloor een beetje mijn gezicht in het letterbakincident. Weliswaar leerde ik ‘hoe het hoort’, maar op het moment zelf deed de schaamte vooral pijn.
Afwijken van de norm
Schaamte is niet voor niets zo’n pijnlijke emotie. Erachter schuilt de angst dat anderen je gek of raar, belachelijk of incompetent vinden en dus afwijzen. Dat maakt het in de eerste plaats een sociale emotie: we schamen ons pas voor een blunder als anderen het zien.
Maar het gaat verder dan dat. Om te voorkomen dat we gecorrigeerd of afgewezen worden, oordelen we ook voortdurend over onszelf: vind ik mezelf goed, aardig en hulpvaardig genoeg om bij de groep te mogen horen?
Dat maakt het ook een morele emotie: het maakt je ervan bewust als iets aan jou niet door de beugel kan volgens de maatschappelijke normen of die van je sociale omgeving. En zelfs als we afwijken van de normen die we onszelf opleggen – zoals elke dag tienduizend stappen moeten zetten – kan dat gepaard gaan met schaamte, bijvoorbeeld voor ons gebrek aan zelfdiscipline.
De kloof die we ervaren tussen wie we zijn en wíllen zijn – een leuk iemand die alles goed kan – doet pijn. Schaamteonderzoeker June Tangney noemt schaamte dan ook een ugly feeling: we zien het als belemmering, een struikelblok.
Daarom drukken we die het liefst weg. We willen er niet aan denken en er al helemaal niet over praten. Terwijl we er ontzettend veel van kunnen leren als we dat wel zouden doen.
Want waar we ons voor schamen zegt iets over wat we belangrijk vinden, wie we willen zijn en waar we naar verlangen. En voor wie zijn schaamte écht onder ogen ziet, kan het zelfs een inspiratie zijn om zichzelf te verbeteren.
Goed, tijd om het beest in de bek te kijken. Om te achterhalen waar we ons zoal voor schamen, legden we lezers van Psychologie Magazine een online vragenlijst voor – bijna 900 mensen vulden hem in, waarvan 88 procent vrouwen en 12 procent mannen. Laten we luchtig beginnen.
[wordt vervolgd…]
Een artikel van Psychologie Magazine
Contributie: Francis van Schaik
Ik Ben.. – Home (kindercoaching-ikben.nl
____________________________________
Francis van Schaik is een coach van jongeren en ook een student van menselijke relaties met de natuur, de wereld en de Waarheid. Ze levert regelmatig bijdragen aan ons online magazine. Francis is de bijdragende redacteur van deze pagina.