De Ramayana

    De Ramayana

    Kees Boukema

    De Ramayana is het oudste en meest vermaarde epos uit de Hindoe-mythologie. De auteur, Valmiki, schrijft dat hij op een dag bezoek kreeg van de heilige Narada. In de loop van het gesprek had hij aan zijn bezoeker gevraagd, wie van alle helden die op aarde hebben geleefd, in alle opzichten de voortreffelijkste was. Hetgeen hij toen te horen kreeg inspireerde hem tot het schrijven van de Ramayana; 24.000 verzen, geschreven in het Sanskriet (The Valmiki Ramayana, Baroda, 1958-1967).

    Romesh C. Dutt (1848-1909) verkorte de Ramayana tot 2.000 verzen en maakte een metrische vertaling in het Engels (The Ramayana, condensed, 1899). In zijn nawoord schrijft hij: “Als je de Ramayana kent, begrijp je het volk van India beter.” Hij vergelijkt de Ramayana, het verhaal van Valmiki over de zwerftocht van de verbannen Prins Rama, met het Griekse epos de Odyssee, het verhaal dat Homerus schreef over de omzwervingen van Koning Odysseus na afloop van de oorlog met Troje. Het gaat in beide gevallen om mythen. Het zijn geen ‘ware’ verhalen, maar ze verwijzen naar een waarheid. Mythen kunnen bewerkt en vertaald worden zonder aan zeggingskracht te verliezen.

    Adhyatma Ramayana: The Spiritual Version of the Rama Saga

    Zo schreef Euripides een toneelstuk waarin Helena – wier onomstreden schoonheid en vermeende ontrouw de aanleiding was voor de oorlog van de Grieken met de Trojanen – nooit in Troje was geweest. Dat was een schijngestalte. Zelf was ze door de god Hermes naar Egypte gebracht, vóór Paris haar mee had kunnen nemen naar Troje.

    De auteur van de ‘Adhyatma Ramayana’ veroorloofde zich een soortgelijke ingreep om het thema ‘schijn/werkelijkheid van aangetaste eer van mannnen’ te belichten. De ‘Sita’ die zich na haar ontvoering door Ravana en bevrijding door Rama, moest onderwerpen aan een vuurproef om haar ongeschonden zuiverheid te bewijzen, is in deze versie ‘Maya-Sita’ een ‘stand-in’. Zij werd na de goede afloop weer vervangen door de echte Sita.

    De Adhyatatma Ramayana wordt ook wel de ‘spirituele’ Ramayana genoemd. Rama is hier niet ‘de meest voorbeeldige onder de mensen’, maar de Hoogste Brahman en tevens een Persoonlijk God, Isvara, vereerd door hen die streven naar kennis. De Adhyatma Ramayana leert, dat jnana yoga en bhakti yoga [de weg van kennis en de weg van devotie] niet slechts verenigbaar zijn, maar samengaan. Non-dualiteit is de uiteindelijke waarheid, maar deze wordt verwezenlijkt door het verwerven van kennis en zich open te stellen voor Gods genade. Swami Tapasyananda ziet in de Adhyatma Ramayana een uitwerking van het slot van de Svestasvatara Upanishad: “It is only in one who has supreme devotion to God and to his spiritual teacher that this Truth (knowledge of the non-dual Self) when taught, will shine.” [Adhyatma Ramayana, Introduction and English translation, Madras 1985, p. vi, re].

    De Adhyatma Ramayana heeft grote invloed gehad op latere vertalingen en bewerkingen van de Ramayana. Ook in de Gospel van Sri Ramakrishna komt de Adhyatma Ramayana regelmatig ter sprake. Er werd soms uit voorgelezen. Als Sri Ramakrishna er op wijst, dat het zoeken naar waarheid altijd samen moet gaan met devotie tot God, refereert hij aan de Adhyatma Ramayana [p. 421 en 836/837] Sri Ramakrishna tot pundit Shyamapada: “Heb je de Adhyatma Ramayana gelezen?” Pundit: “Ja, een beetje.” Sri R.: ”In het boek gaat het voortdurend over het samengaan van kennis en devotie”.

    Eens werd Sri Ramakrishna de vraag voorgelegd: ‘Wat is eigenlijk het verschil tussen wereldse en niet-wereldse zaken? [p. 342] En later: ‘Is het mogelijk voor een mens om in de wereld te leven, als zijn geest op God is gericht ? [p. 648]. In zijn antwoord op beide vragen refereerde Sri Ramakrishna aan een episode uit de Ramayana van Valmiki: “Nadat Rama  instructies had gekregen van zijn leraar, besloot hij om zich terug te trekken uit de wereld. Zijn vader, Koning Dasaratha, maakte zich grote zorgen en vroeg de Rishi Vasishtha Deva om naar Rama te gaan en hem af te houden van zijn voornemen.

    Toen Vasishtha hem opzocht zag hij, dat het Rama ernst was met zijn verlangen naar onthechting. Hij zei tegen hem: ‘Laten we eerst overleggen Rama, vóór je de wereld de rug toekeert. Mag ik je vragen: ‘Is deze wereld buiten God? Als dat het geval is, trek je dan terug uit de wereld.” Rama besefte dat God in het universum is en in alle levende wezens. En dat alles bestaat omdat het doordrongen is van Gods werkelijkheid. Daarop deed Rama er het zwijgen toe.”

    “Leef in de wereld, maar wees onthecht.” Dat was dan ook de instructie die Sri Ramakrishna de kostwinners onder zijn discipelen meegaf.

    De podcast “Niet van de wereld”, in oktober/november 2022 door Maarten Dallinga on-line gezet, bevat een invoelend, journalistiek verslag over het leven en geloven van de zogenaamde Refo’s. Een streng, tot zeer streng orthodox-gereformeerde gemeenschap in de Gelderse ‘biblebelt’, voor wie ‘Leeft in de wereld, maar weest niet van deze wereld’ het dragend beginsel is.

    English Version


    ABOUT THE AUTHOR

    Kees Boukema has been a student of Vedanta and other philosophical systems for decades. He has contributed variously to the field of higher thinking. He has written numerous articles on philosophical subjects, reviewed books, and has translated important articles and books. Mr Kees Boukema’s most recent work is the translation into Dutch of the book The Practice of Meditation.

    Kees Boukema is sinds decennia student van Vedanta en andere filosofische systemen. Hij heeft divers bijgedragen aan het veld van hoger denken. Hij heeft belangrijke artikelen en boeken geschreven en vertaald. Het nieuwste boek van Dhr Kees Boukema is, De Beoefening van Meditatie.